Nico Dros over Texel: oase in oorlogstijd
De schrijver en historicus Nico Dros heeft iets met Texel. Op zich niet zo verwonderlijk: hij is er geboren. In ”Oorlogsparadijs” beschrijft hij de situatie op het Waddeneiland in de Tweede Wereldoorlog.
Het was een tijd waarin een bont gezelschap mensen van het vasteland –Duitsers, Brits-Indiërs, Georgiërs en Kaukasische Russen– het eiland visiteerden.
In zijn vorige boek ”De sprekende slang. Een kleine geschiedenis van laaglands fundamentalisme”, beschreef Dros de kwestie rond ds. Geelkerken in 1926. Deze werd als predikant van de Gereformeerde Kerken geschorst omdat hij niet geloofde dat de slang in het paradijs werkelijk had gesproken. Op Texel zorgde die kwestie voor het ontstaan van twee gereformeerde kerken. In 1926 was er op het eiland dus sprake van strijd in vredestijd. Omgekeerd leek er in de Tweede Wereldoorlog op Texel lange tijd sprake te zijn van vrede in oorlogstijd.
Hoofdpersoon Adriaan Wiering is in 1942 betrokken bij een verzetsdaad waar een SS’er bij omkomt. Hij wordt bij verstek veroordeeld tot de doodstraf. Vanuit het verzet krijgt hij een nieuw persoonsbewijs op naam van Luc Walraven en reist hij naar Texel. Daar zal hij als arts-assistent van dokter Oosterling dienen.
Op Texel komt hij in een warm boerengezin met twee volwassen dochters terecht. Een paradijs voor een jongen uit de stad die van huis uit genoeg rijkdom, maar weinig liefde heeft meegekregen. Natuurlijk zijn er Duitsers op het eiland aanwezig, maar die zijn over het algemeen schappelijk. Luc ontwikkelt zich onder de bezielende leiding van dokter Oosterling tot een kundig chirurg. Uitgebreide beschrijvingen van de soms met primitieve middelen uitgevoerde operaties doen de kennis van het medische bedrijf in die tijd bij de lezer fors toenemen.
De vreugde wordt voor Luc nog groter als hij liefde opvat voor de jongste dochter uit het gezin waar hij verblijft: Mila. Langzaam ontwikkelt zich een liefdevolle relatie.
Om een reden die niet helemaal duidelijk wordt, kiezen de Duitsers ervoor om buitenlandse troepen die in het Duitse leger zijn opgenomen tijdelijk op Texel te stationeren. Zo maken de Texelaars allereerst kennis met Brits-Indiërs die zich bij het Duitse leger hebben aangesloten. Zij hopen hiermee hun kansen in een onafhankelijkheidsstrijd met Groot-Brittannië te vergroten. Later arriveert er een groep Kaukasische Russen. Ten slotte zijn er de Georgiërs die het eiland aandoen. Zij zijn door de Duitsers gevangengenomen en bij het Duitse leger ingelijfd.
Uiteindelijk zorgen zij ervoor dat het vredige eiland verandert in een gruwelijk slagveld. De Duitsers willen hen in april 1945 inzetten tegen de oprukkende geallieerden. De Georgiërs, die niet veel zin hebben het instortende Derde Rijk militair te ondersteunen, beramen een opstand. Begin april proberen de 800 Georgiërs het hele eiland van Duitsers te zuiveren. De Duitsers laten SS-troepen van het vasteland komen, waarna er een gruwelijke strijd uitbreekt. Daaraan wordt pas na de Bevrijding door de Canadezen een einde gemaakt.
Nico Dros heeft op basis van historisch onderzoek een zeer boeiende roman geschreven over een wat minder bekende episode uit de oorlogsgeschiedenis van ons land. Hij doet dat ingetogen en met veel oog voor de historische details. Hier en daar valt er helaas een vloek.
De Texelse geschiedenis is het raam waarvan het verhaal van Adriaan Wiering het kozijn vormt. De roman begint en eindigt in 1962, als Adriaan Wiering, alias Luc Walraven, na jaren teruggaat naar Texel. Daar geeft hij zichzelf eindelijk de kans om de plotselinge dood van Mila een plek te geven. Ook zij is een van de slachtoffers van de zinloze strijd die aan het einde van oorlog op Texel werd gevoerd. Het lezen van haar dagboeken geeft hem rust: „Toen het voorbij was leek zijn droefheid zachter aan te voelen. Hij meende zelfs dat hij weer enige greep kreeg op zijn leven.”
Boekgegevens
Oorlogsparadijs, Nico Dros; uitg. Van Oorschot, Amsterdam, 2012; ISBN 978 90 2824 220 3; 365 blz.; € 19,90.