„Museum moet zichzelf beveiligen”
AMSTERDAM (ANP) – Musea moeten zelf zorgen voor veiligheid en inbraakpreventie. Maar een museum dat om goede raad of hulp verlegen zit, kan wel bij de Nederlandse Museumvereniging of de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed terecht. Er is zelfs een uitgebreide checklist om inbrekers buiten de deur te houden.
In 2010 en in 2011 is jaarlijks één keer ingebroken in een Nederlandse museum. In 2012 was dat drie keer het geval en dit jaar tot nu toe ook al drie keer, zegt een woordvoerster van de Museumvereniging vrijdag, naar aanleiding van de inbraak in het Museum Van Bommel van Dam in Venlo. „Ik denk niet dat je kan zeggen dat er een stijging is, maar het is wel heel vervelend dat het nu een paar keer snel achter elkaar gebeurt.”
„We praten over veiligheid en inbraakpreventie en delen kennis. Dat is onze taak als vereniging, maar uiteindelijk is het een taak van de musea zelf, wij proberen ze te helpen”, aldus de woordvoerster.
Op de checklist van de Rijksdienst staan tips, de een meer voor de hand liggend dan de ander. Zo worden musea aangemoedigd om scenario’s te bedenken hoe een inbreker binnen kan komen en die inbraken ook uit te voeren om te zien of er toch zwakke plekken zijn. Ook is het slim te zorgen dat de dieven vertraging oplopen, bijvoorbeeld door deuren die langzaam open gaan. Buiten het pand kunnen prikkelbosjes nog een probleem vormen voor criminelen. Ook raadt de Rijksdienst aan om op eventuele voorbereidingen te letten: „Een voorbeeld zijn streepjes die met stift op de vensterbank gezet zijn om aan te geven op welke hoogte het rolluik doorgezaagd moet worden.”
Verder adviseert de Rijksdienst bijvoorbeeld om camerabeelden op te slaan, te letten op afwijkend gedrag van bezoekers en te zorgen voor goed afgesloten vitrines.