Het jachtongeluk gebeurde op 21 september in Zwiggelte in Drenthe. De kogel van de jager uit Dronten raakte het 71-jarige slachtoffer in zijn buik. Volgens de rechtbank kon de jager door de afstand en de duisternis niet zeker weten dat hij echt op een vos schoot. Bovendien had de jager het kogelgeweer afgesteld op een nauwkeurigheid van 90 meter.

Het slachtoffer liet zoals iedere avond zijn hond uit over zijn eigen landerijen achter zijn boerderij. Hij wist niet dat er op dat moment mannen aan het jagen waren. De man overleed diezelfde nacht in het ziekenhuis aan inwendige bloedingen.

De jager verklaarde tijdens de rechtszaak dat hij kort voor het ongeluk een vos had aangeschoten, maar dat het dier was gevlucht. Toen hij enkele seconden later weer ogen zag oplichten in de lichtbundel van zijn jachtschijnwerper, ging hij er vanuit dat dat die vos was. Die aanname komt volgens de rechtbank geheel voor zijn rekening, omdat de ogen van de hond die hij zag rood oplichtten, terwijl die van een vos in een lichtbundel altijd geel van kleur zijn.

Vanwege de ernst van de zaak en het „onnoemelijk en onherstelbaar leed” voor de nabestaanden, vond de rechtbank alleen een werkstraf, zoals het Openbaar Ministerie had geëist, niet genoeg. Wel hield ze er rekening mee dat de Drontenaar het slachtoffer niet heeft willen doden en dat hij zelf ook voor het leven is getekend.