Parijs en Londen willen wapens gaan leveren aan de rebellen omdat Rusland en Iran het Syrische regime van president Bashar al-Assad blijven steunen. De Fransen en de Britten vinden dat de opstandelingen meer Europese steun verdienen in hun strijd tegen het bewind. Volgens hen gaat het om een ongelijke strijd, omdat Rusland en Iran wel wapens blijven leveren aan Assad. Ook maken ze zich zorgen over de groeiende macht van de jihadisten.

De Europese ministers van Buitenlandse Zaken spreken vrijdag en zaterdag over dit onderwerp. Vorige maand besloten de 27 EU-landen het embargo te verlengen tot en met mei, zij het in iets aangepaste vorm waardoor levering van niet-dodelijk defensief materieel mogelijk wordt. Als er geen nieuwe overeenstemming wordt bereikt, loopt het embargo op 1 juni af.

Han ten Broeke (VVD) verklaarde de minister ruimte te geven om ook de „nieuwe realiteiten” in de besluitvorming mee te nemen. Désirée Bonis (PvdA) zei dat er „heel goed” naar de argumenten van Frankrijk en Groot-Brittannië moet worden geluisterd. Afzijdig blijven stopt het bloedvergieten niet, voegde ze eraan toe. Beide partijen zien het liefst dat het huidige embargo wordt verlengd.

Timmermans ziet vooralsnog meer nadelen dan voordelen kleven aan opheffing van het wapenembargo. Hij vindt het risico te groot dat wapens in verkeerde handen zullen vallen en vreest een verdere escalatie van het geweld als er nog meer wapens naar Syrië gaan. Hij wil van de Britten en Fransen weten hoe zij deze risico’s willen vermijden.

De bewindsman ziet wel wat in verlichting van de economische sancties om zo de Syrische Nationale Coalitie te helpen. Hij zegt optimistisch te zijn dat de EU-landen eruit zullen komen.