Tweede Vaticaans Concilie voorbeeld van „open orthodoxie”
Het Tweede Vaticaans Concilie (1963-1965) is een voorbeeld van „open orthodoxie”, schrijft de Tilburgse rooms-katholieke emeritus hoogleraar Jozef Wissink in ”Het Tweede Vaticaans Concilie”: enerzijds wortelend in Schrift en traditie, anderzijds open naar de wereld. Stichting Thomas More bundelt in deze uitgave een aantal beschouwingen over Vaticanum II, dat vijftig jaar geleden van start ging. Zaken als liturgie, diaconaat, de positie van de religieuzen, spiritualiteit, de plaats van de leer en volksdevotie komen aan de orde. Volgens Wissink was er te lang niet naar de wereld én naar de gelovigen geluisterd. „De vragen van de vrijzinnigheid waren vermoord in plaats van beantwoord.” Hij merkt op dat rooms-katholieken weerlozer zijn voor allerlei religieuze wildgroei vanwege hun traditionele afkeer van de leer. De leer: dat waren de catechismus-regels, en daar had men „schoon genoeg” van. Een van de omwentelingen in de Rooms-Katholieke Kerk dankzij Vaticanum II is dat openbaring niet primair wordt gezien als een verzameling waarheden, maar als ontmoeting tussen God en mensen.
Maria ter Steeg-van Wayenburg stelt dat de Rooms-Katholieke Kerk tot aan Vaticanum II (en eigenlijk nog steeds) gekenmerkt wordt door volksdevotie, die voor een belangrijk deel gericht was op Maria. De Tilburgse hoogleraar Erik Borgman laat zien dat de positie van de religieuzen vanouds midden in de wereld is, zoals hij zelf een lekendominicaan is, maar ook vader, academicus en intellectueel. Een veelzijdige bundel die laat zien hoe complex de ontvangst van Vaticanum II is in de Rooms-Katholieke Kerk.
Boekgegevens
”Het Tweede Vaticaans Concilie. Een tussenstand na vijftig jaar”, Stefan Waanders (red.); uitg. Valkhof Pers, Nijmegen, 2013, ISBN 978 90 5625 396 7; 96 blz.; € 12,50