Woede om opslag kentekens
DEN HAAG (ANP) – De Tweede Kamer praat woensdag over het gebruiken en opslaan door de politie van camerabeelden van voertuigen en hun nummerplaten. Het ministerie van Veiligheid en Justitie ziet veel in uitbreiding van de mogelijkheden. Maar er dreigt al bij voorbaat een rechtszaak tegen het voorgestelde systeem.
Camera’s leggen (kentekens van) voertuigen in het verkeer vast. De gegevens kunnen dan automatisch worden vergeleken met kentekens van voertuigen die op naam staan van bekenden van de politie, bijvoorbeeld iemand die nog een straf moet uitzitten of boete moet voldoen.
De op camerabeelden zichtbare kentekens worden meteen vergeleken met een bestand van kentekens op naam van die ‘bekenden’. Levert dit een ’hit’ op, dan gaat de politie aan de slag. De overgebleven ‘no hits’ gaan in de prullenbak.
Straks mag de politie die ‘no hits’ 4 weken opslaan en gebruiken voor het oplossen van misdaden. Het opslaan gebeurt overigens zonder een persoonsnaam op te nemen. Na aangifte of ontdekking van een strafbaar feit kan de politie dan bijvoorbeeld gaan onderzoeken of de auto van de verdachte van een overval op een bepaalde plaats is gesignaleerd.
De Raad van State is al niet enthousiast. Maar de Stichting Privacy First, bekend van de strijd tegen het nieuwe paspoort, is helemaal niet van plan het te nemen als dit wettelijk mogelijk wordt. Dan komt er een rechtszaak, zegt Vincent Böhre van genoemde organisatie. Iedere burger wordt door deze maatregel een potentiële verdachte, vindt zijn stichting, en van iedereen wordt maar vastgelegd en bewaard waar hij is.
De overheid moet onschuldige burgers met rust laten en pas bij redelijke verdenking tot actie overgaan. „We moeten terug naar dergelijke klassieke grondrechten en niet de hele bevolking criminaliseren. Het wordt nu steeds vaker omgekeerd. Daarbij kan het wel anoniem gebeuren, maar alles valt te herleiden en ook alles kan worden gekraakt.”
Burgers worden zelf ook veel te gemakkelijk in het vrijgeven van allerlei informatie, volgens Böhre. Dat is dan een collectief proces, dat gestimuleerd wordt door ontwikkelingen als Facebook, denkt hij.