Minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking) ging als eerste minister dit weekeind poolshoogte nemen in Kunduz na de aankondiging dat de Nederlanders - net als de Duitsers - uiterlijk op 1 november zijn vertrokken. Ze omschrijft de situatie in de noordelijke provincie als „fragiel”. Hoewel er nog heel veel tot stand moet worden gebracht, is volgens haar wel „het juiste pad ingeslagen”.

De commandant van de politietrainingsmissie, kolonel Roland de Jong, is zeker van een ding. De mensen willen volgens hem de Taliban niet terug. Rust is wat ze willen. „De stabiliteit die er nu is, wil niemand hier meer kwijt.” Dit betekent niet dat het rustig blijft. Er zullen zeker wat aanslagen plaatsvinden, aldus De Jong.

Op het hoofdkwartier van de politie in Aliabad, even ten zuiden van Kunduz-stad, is Ajabul Gulhaqmal ervan overtuigd dat het de Taliban niet zal lukken om Kunduz te overrompelen. „Onze nationale politie en leger zullen ze bestrijden”, zegt hij stellig.

Het eerste kabinet-Rutte stuurde in juni 2011 meer dan 540 militairen naar Kunduz om agenten op te leiden en de rechtsstaat te versterken. Wat dat heeft opgeleverd is nog niet te zeggen. In een evaluatie van de regering van begin deze maand staat dat het nog „te vroeg” is voor „een oordeel over de duurzaamheid van de resultaten”.

Op het rechtsgebied heeft Aref Mobashir van de plaatselijke orde van advocaten de zaken de afgelopen jaren in elk geval beter zien worden. Maar hij ziet ook „grote uitdagingen” zoals de bestrijding van corruptie en het gebrekkige vertrouwen van mensen in justitie. Het vertrek van de buitenlandse troepen is „een probleem”, maar hij vindt het goed dat ze gaan.

Op datzelfde rechtsgebied hebben ook vrouwen kleine stapjes vooruit gemaakt. Zo zijn er in Kunduz bijvoorbeeld vrouwelijke advocaten gekomen en is de rechtsbijstand aan vrouwen verbeterd. Over hun verworven rechten maken vrouwen zich echter wel zorgen, zegt rechtenstudente Ruqia Hazarty. Ploumen deelt die zorgen. Daarom gaat ze jaarlijks 1,5 miljoen euro extra te sturen om de positie van vrouwen in Afghanistan te versterken.