Analyse: Nederlandse jihadist is meestal jong en werkloos
ZOETERMEER – Niet eerder vochten zo veel Nederlandse jongeren als jihadstrijder als nu. Waarschijnlijk zitten er een kleine honderd in Syrië en enkele Afrikaanse staten om daar de gedroomde islamitische staat te vestigen. Wie zijn deze jongeren? En wat doen ze als ze weer terugkomen?
Neem Ahmed. Hij is 22 jaar en woont in Amsterdam. Zijn ouders komen allebei uit Marokko.
Sinds Ahmed op zijn 19e serieus werk ging maken van zijn geloof, is zijn leven radicaal veranderd. Hij stopte met de kleine straatcriminaliteit waaraan hij zich tot dan toe geregeld schuldig maakte en bezocht vaak moskeeën in de hele Randstad. Nergens vond hij helemaal wat hij zocht.
Wel deed hij veel nieuwe contacten op, vooral onder leeftijdsgenoten. Regelmatig zagen ze elkaar, en als vanzelf ging het steeds over Syrië. Samen met zijn vrienden bekeek Ahmed filmpjes over de gewapende strijd, en bij ieder filmpje voelde hij de adrenaline door zijn bloed stromen.
Soms struinde hij tot diep in de nacht de videowebsite YouTube af, zich opwindend over het schrijnende onrecht in het land. De begeleidende zangerige islamitische Koranrecitaties deden een vuur in hem ontbranden dat niet tot bedaren wilde komen.
Daar komt bij dat Ahmeds toekomst in Nederland niet rooskleurig is. Hij is ooit een mbo-opleiding begonnen, maar moest die afbreken. Doordat hij af en toe met de politie in contact is gekomen, staat zijn naam op de verkeerde lijstjes. Een serieuze baan heeft hij nooit gehad.
Alles bij elkaar opgeteld werd het voor Ahmed steeds duidelijker: alles wat hij hier mist –erkenning, leven met een doel, je inzetten voor Allah– ligt in Syrië voor het oprapen.
Toen het besluit eenmaal genomen was, stapte hij binnen enkele dagen met een vriend op het vliegtuig naar het oosten van Turkije. Daarvandaan was het een koud kunstje om Syrië binnen te komen.
Zijn ouders, die in voortdurende angst zitten om zijn lot, hebben sindsdien vrijwel niets meer van hem gehoord. Het laatste dat ze over hem weten, is dat hij in de straten van Aleppo met een groep bebaarde strijders meevecht tegen de soldaten van president Assad.
Laagopgeleid
Ahmed is een fictief persoon, maar past perfect in het plaatje van de Nederlandse jihadstrijder, voorzover dat plaatje compleet te krijgen valt. Volgens de inlichtingendienst AIVD valt het nog niet mee om een label te hangen aan de jihadisten. Wel is duidelijk dat het vooral jonge mannen zijn, meestal tussen de 20 en de 25 jaar oud. Ze zijn over het algemeen laagopgeleid en hebben geen werk.
De meesten hebben naast de Nederlandse ook de Marokkaanse nationaliteit. Daarnaast reizen ook Somaliërs en Turken naar Syrië voor de gewapende strijd – en ook zijn er voorbeelden van autochtone „poldermoslims”: Nederlandse jongeren die zich bekeerden tot de islam en vervolgens radicaliseerden.
Volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), Dick Schoof, spelen moskeeën geen grote rol in de beslissing van de jongeren om naar Syrië te reizen. „Jongeren ontmoeten elkaar en beïnvloeden elkaar”, zei Schoof gisteren.
Dat er zo veel jongeren naar Syrië gaan om daar te vechten, heeft ermee te maken dat het al twee jaar durend conflict voor heel veel emotie zorgt onder moslims wereldwijd. Vorige week zei Yassin Elforkani van het Contactorgaan Moslims en Overheid dat de strijd in Syrië „meer leeft in de hoofden van jongeren dan andere conflicten, zoals in Irak en Afghanistan. Het leeft op dit moment zelfs meer dan Palestina.”
Ook het feit dat Syrië vanuit Turkije eenvoudig aan te reizen is, speelt mee in de beslissing van jongeren om daadwerkelijk de wapens op te nemen.
Frontlinie
Hoe gaat het nu verder met Ahmed? Het kan zijn dat hij in Syrië om het leven komt. Er zijn nog geen berichten dat Nederlandse jongeren er gedood zijn, maar „het is wachten op de eerste mededeling”, zei de NCTV daarover. „Ze bevinden zich in de frontlinie.”
Een groter deel zal naar verwachting vroeger of later terugkeren naar Nederland, met een hoofd vol gruwelijke beelden en ervaringen. Op dat vlak liggen de grootste zorgen van Schoof en de AIVD. Wat als Ahmed getraumatiseerd terugkomt, terwijl hij nog verder is geradicaliseerd? Alle opties liggen dan open, dat beseffen Schoof en de AIVD heel goed. Met het verhogen van het dreigingsniveau dringt dat besef ook door tot de rest van het land.