„Randstedelijke arrogantie in rapport Cohen”
DEN HAAG (ANP) – Aanbevelingen in het rapport van Job Cohen over de Facebookrellen in Haren neigen hier en daar naar ‘Randstedelijke arrogantie’. Ook zijn ze niet altijd even realistisch en in één geval zelfs hilarisch.
Dat stelt Wouter Jong, crisisadviseur van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB), in een blog over het rapport. Jong hekelt het advies om „te leren van de ervaring van de grote steden in het westen van het land bij problemen”.
Hij noemt voorbeelden van gevallen dat de grote steden juist van kleinere gemeenten leerden: „Utrecht dat bij de rellen in de wijk Ondiep de lessen van rellen in Den Bosch benutte. Amsterdam dat bij de problemen rond het tentenkamp met asielzoekers de eerdere ervaringen van het tentenkamp in Vlagtwedde gebruikte.” Ook is de ervaring van Nijmegen met de Vierdaagsefeesten, het grootste meerdaagse evenement van Nederland, al vaker genoemd.
„Het is goed om van elkaar te leren, maar het zou niet moeten uitmaken waar die kennis voorhanden is”, zegt Jong. De crisisadviseur veegt ook de vloer aan met de kritiek van de commissie op de bestuurlijke crisisorganisatie. Die zou „nodeloos complicerend” zijn geweest.
Burgemeester Rob Bats van Haren schaalde op naar het een na hoogste crisisalarm, omdat hij vooral veel meer hulp van (pers-)woordvoerders uit de stad Groningen wilde hebben. Maar die alarmfase, bekend als GRIP 3, betekent ook onder andere dat er veel meer brandweerwagens en ambulances in staat van paraatheid komen, terwijl dat niet nodig was. Volgens Cohen heeft die keuze complicerend en verwarrend gewerkt. Burgemeester Bats zelf zei daarover dinsdag: „Het was de enige keuze die ik had om meer ondersteuning te krijgen.” En: „Voor een kleine gemeente als Haren was dit die avond de enige oplossing. Ik zou niet weten hoe het een andere keer anders zou moeten”, aldus Bats.
Volgens Jong is een ‘nadere beschouwing’ nodig om te bezien of de Groningse organisatie wel zo veel verschilt van de Amsterdamse aanpak met Koninginnedag.
Volgens het genootschap waren de afspraken nu eenmaal zoals ze waren, maar het lijkt wel wenselijk om sommige zaken opnieuw te bekijken. „De gebeurtenissen laten een conflict tussen twee werelden zien: een wereld die om speelruimte vraagt tegenover een wereld die veiligheid eist”, aldus de burgemeesters.