Fusie van provincies slecht idee
Het voornemen van het kabinet om provincies te laten fuseren, is een slecht idee, stelt Arne Schaddelee.
Het kabinet zet provincieland danig op stelten. Hoewel de provincies lekker in hun vel zitten, bedacht het kabinet dat het tijd werd voor een provinciale opschaling. Een klus waar minister Plasterk gretig zijn tanden in zet.
Van een minister met een wetenschappelijke carrière zou je verwachten dat hij start met een gedegen probleemanalyse. Plasterk koos echter een andere route. Met ingang van de volgende Statenverkiezingen wil hij de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht samenvoegen. De procedure om dit te regelen (de ARHI-procedure) gaat hij versneld uitvoeren. En zo worden drie provincies haastig een pilot in gerommeld. Een pilot waarin een oplossing wordt getest voor een nog niet bestaand probleem. Maar, onze provincie leent zich niet voor een pilot.
Natuurlijk kunnen er redenen zijn waarom bestuurlijke hervormingen een goed idee zijn. Misschien zijn er te veel ambtenaren, zoals het kabinet beweert. Misschien leidt een grotere schaal tot meer efficiency. Maar deze mogelijke voordelen zijn niet vanzelfsprekend. Evenmin is het vanzelfsprekend dat we dit oplossen met de provinciale fusie. Integendeel zelfs.
Een hardnekkige bewering is dat de provinciefusie een besparing gaat opleveren. Dat is echter zeer de vraag. Er zijn nauwelijks onderzoeken die dit aantonen. In provincieland is er geen eerder fusievoorbeeld. Bij gemeenten zijn er echter des te meer fusies. Burgers krijgen daarbij vaak de belofte dat de nieuwe, grotere gemeente meer gaat doen voor minder geld. Het eerste klopt, het tweede niet. Onderzoeken laten zien dat herindeling zelden zorgt voor echte kostenbesparing. De fabel dat groter goedkoper is komen we vaker tegen. In zorg en onderwijs was het jarenlang een toverwoord. En ook hier bleek schaalvergroting dikwijls funest. Juist ook financieel.
Zowel inhoudelijk als procesmatig is de ChristenUnie in de provincie Utrecht fel tegen de pilot van minister Plasterk. Vooral omdat het een verwerpelijk soort blauwdrukdenken is. We zijn niet mordicus tegen een goed gesprek over voor- en nadelen van opschaling. Uitdagingen genoeg. En het is helemaal niet uitgesloten dat andere provinciegrenzen nuttig zijn om die uitdagingen te lijf te gaan. Denk bijvoorbeeld aan het prachtige Groene Hart. Een zeer waardevol gebied dat nu in drie provincies ligt. Misschien kan dat wel beter. Maar, het Groene Hart is helemaal niet geholpen met de pilot van Plasterk. Ook op de kaart die Plasterk in gedachten heeft ligt het Groene Hart nog altijd in twee provincies.
Een zeer kwalijk aspect aan de pilot van Plasterk is de timing. Het hele plan is een reusachtige verspilling van tijd en energie. De minister lijkt immers vol gas af te gaan op een blinde muur. In de Eerste Kamer is er vooralsnog geen meerderheid voor het plan. Daarmee is de kans reëel dat het plan in de loop van 2014 sneuvelt in de Senaat. Na twee jaar van verwoed touwtrekken door tal van bestuurders en ambtenaren gaat het touw dan weer in de kast. Zonder dat er iets concreets is gedaan aan de heftige economische en financiële crisis waarin Nederland zit. Richting de bijna 600.000 werkloze Nederlanders is dat niet uit te leggen.
Een leerzame les ligt er in de spaarzame referenda die er in Nederland zijn gehouden. Zo stemde in de jaren negentig liefst 90 procent van de bevolking van Rotterdam tegen de plannen van Bram Peper voor een stadsprovincie. Ook het referendum over de Europese Grondwet was in 2005 een gevoelige nederlaag voor de overheid. De rode draad van deze en andere referenda is dat burgers kennelijk niet gediend zijn van pilots rondom politieke en bestuurlijke structuren.
De pilot start met drie provincies. Op een later moment volgen de overige provincies, zodat er vijf landsdelen ontstaan. Noord-Holland, Flevoland en Utrecht zijn dus onderdeel van een proef. Het zou goed kunnen dat een volgend kabinet eens goed kijkt naar de uitkomsten van de proef om tot de conclusie te komen dat het niet voor herhaling vatbaar is. Burgers van Texel tot Renswoude en van Urk tot Oudewater zijn dan opgeslokt door een logge megaprovincie.
Overigens is er meer dan economie en geld. Juist ook voor een christenpoliticus. De overheid is geen BV met een kaal winstoogmerk. De overheid is Gods dienares. Onderdeel daarvan is een dienende houding richting de samenleving. Daarbij past een zekere nabijheid, een menselijke maat die zorgt voor een gezonde afstand tussen burger en politiek.
De pilot van Plasterk is in lijn met kabinetsplannen om iets te doen aan de kloof tussen burger en politiek. Want, die kloof is er straks niet meer. Straks is er helemaal niets meer tussen burgers en politici.
De auteur is voorzitter van de ChristenUniefractie in de provincie Utrecht.