Onderwijs & opvoeding

Albert Snoek kreeg een zeemansgraf

Het vissersmonument in Urk: een bronzen zeemansvrouw tuurt over het water. Tevergeefs wacht ze op haar geliefde. Een lange rij marmeren platen meldt de namen van honderden vissers die tijdens hun werk zijn omgekomen.

7 March 2013 16:20Gewijzigd op 15 November 2020 02:21
Vissersmonument, Urk. Foto RD
Vissersmonument, Urk. Foto RD

Op 24 januari 1968 zoeken enkele kotters in stormachtig weer hun toevlucht op Borkum. De UK 91 zal de haven van het Duitse Waddeneiland nooit bereiken. Ruim twee weken later wordt het wrak gelokaliseerd. Intensieve zoektochten naar de vijf opvarenden hebben geen resultaat. Zij zijn op zee gebleven.

Anneke Korf-Snoek (54) en Rein Snoek (51) verloren bij deze ramp tegelijk hun vader Albert en hun grootvader Reinier Loosman, de schoonvader van Albert. Geen lichaam, geen begrafenis, geen plek om te gedenken. In de begintijd was er die voortdurende onzekerheid. Moeder Kitty, die op 32-jarige leeftijd met vier jonge kinderen achterbleef, leefde nog jarenlang met de hoop dat de vissers door onbekende zeelui waren opgepikt. „Ze dacht zelfs dat ze ergens in Rusland zaten”, peinst Rein.

De verdronken vissers moesten eerst officieel dood verklaard worden voordat de verzekering iets uitbetaalde. Daar gingen jaren overheen. Toch groeiden de kinderen redelijk onbezorgd op. „Als kind huppel je eroverheen”, zegt Anneke. „Toen ik ouder werd ging ik vader missen, had ik hem van alles willen vragen.”

Later kozen Rein en zijn oudere broer Jacob voor het vissersvak. Daar was helemaal geen discussie over, stelt Rein. Anneke: „Moeder is een heel sterke vrouw die altijd voor ons klaarstaat, nog steeds. Ze liet ons vrij om onze weg in het leven te gaan.”

Vader las veel in de Bijbel en gaf dat ook door aan zijn kinderen. Anneke –meelevend lid van de Nederlands gereformeerde kerk– weet nog dat ze het maar raar vond toen hij Psalm 81 vers 12 in haar poëziealbum schreef. „Ik had om een gedichtje gevraagd. Maar later mocht ik er juist troost uit putten. Natuurlijk denk ik weleens: waarom moest die ramp ons overkomen? Maar het heeft mijn geloof niet aangetast, eerder versterkt. Zonder de Bijbel kan ik niet leven.”

Rein noemt zichzelf agnost. Het geloof zegt hem niets meer. „Ik heb bij zo veel dingen vragen… Nee, ik denk niet dat dit te maken heeft met het verlies van vader. Ik heb er altijd al weerstand tegen gehad.”

Elk jaar wordt bij het vissersmonument een herdenkingsplechtigheid gehouden. „Wij gaan er nooit naartoe. We hebben daar geen behoefte aan” zegt Rein. Anneke: „Vroeger zijn we weleens geweest. We voelden ons niet op ons gemak met al die camera’s op ons gericht. Maar ik vind het wel goed dat die plek er is. Ik kom er regelmatig, soms in het donker. Dan denk ik aan vader.”

Rein weet precies waar de UK 91 ligt. Eens lagen de broers in de buurt met hun eigen kotter te vissen. Boven het wrak lag een bootje. Er waren sportduikers bezig. Rein: „We hebben er een rondje omheen gevaren. Dat was best emotioneel, ja.” Tegenwoordig verdient Rein zijn brood met de controle en reparatie van reddingsmiddelen voor schepen. En hij vaart als vrijwilliger op de Urker reddingboot. „Het water blijft trekken.” Anneke zal nooit in zee gaan zwemmen. „Ik geloof dat straks de graven opengaan. Dan zal ook de zee zijn doden teruggeven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer