Onderwijs & opvoeding

Van bidder tot begeleider

Een minderheid in Nederland wijst crematie af en kiest een uitvaartondernemer met dezelfde levensovertuiging. Meestal voor een klassieke begrafenis, maar vanzelfsprekend is dat niet meer. „Ook in onze achterban komt het voor dat een nabestaande in een toespraak tegen de overledene gaat praten.”

Huib de Vries
7 March 2013 15:53Gewijzigd op 15 November 2020 02:21
Theo (60, r.) en Patrick (36) den Hollander. Foto RD, Henk Visscher
Theo (60, r.) en Patrick (36) den Hollander. Foto RD, Henk Visscher

Onverwachts belandde orgelbouwer Theo den Hollander (60) in 1984 in het uitvaartwezen. Vanwege het overlijden van zijn vader, eigenaar van Begrafenisverzorging Den Hollander. Vreemd was het vak hem niet. „Dit werk is me met de paplepel ingegoten.” Dat geldt ook voor de nieuwe generatie. Het kostte Patrick (36) vier jaar geleden weinig moeite om van de meubelmakerij waar hij werkte over te stappen naar het familiebedrijf.

Jaarlijks verzorgen vader en zoon een groot aantal begrafenissen in Vlaardingen en omgeving. De essentie van het vak bleef de decennia door gelijk: nabestaanden de zorg voor de begrafenis uit handen nemen. De entourage veranderde wel. „Toen ik 29 jaar geleden begon, had ik drie soorten rouwkaarten”, concretiseert Theo. „Een zwarte, een grijze en een met een lila randje. Tegenwoordig hebben we complete boekwerken.”

Ook zijn taak veranderde: van uitvaartleider naar uitvaartcoach. „Mijn opa zei in een sterfhuis: „Ik had gedacht om dit op de kaart te zetten.”” Iedereen accepteerde dat, want de ”bidder” had er verstand van. Nu willen de nabestaanden veel meer zelf bepalen.”

Lastige situaties

Aan crematies werkt Den Hollander uit principe niet mee. Daardoor heeft de Vlaardingse begrafenisonderneming voornamelijk klanten met een reformatorische achtergrond. Opvallend is voor vader en zoon Den Hollander dat onkerkelijke klanten na een periode van allerlei strapatsen rond het graf weer terugkeren naar de traditionele uitvaart. „De uitvaartvernieuwers verzinnen steeds wat anders. Dat hebben de mensen blijkbaar een beetje gehad.” In de eigen achterban signaleren ze het omgekeerde. „We lopen als gezindte vaak wat achter de ontwikkelingen aan.”

Daar komt bij dat binnen steeds meer reformatorische families de kerkelijke wegen uiteengaan. „Voor ons is het makkelijk als een kerkenraad duidelijke regels heeft voor een rouwdienst”, zegt Theo. „Dat voorkomt discussies. Het is mooi als tijdens de dienst de kist met de overledene voor de kansel staat, maar ik begrijp waarom een aantal kerkenraden dat niet wil. Ook in onze achterban komt het voor dat een nabestaande in een toespraak tegen de overledene gaat praten. Verschillende kerkenraden hebben besloten dat bij rouwdiensten die in de kerk plaatsvinden, alleen de predikant het woord voert. De toespraken kunnen aan het graf worden gehouden. Daar is de familie verantwoordelijk.”

Brochure

De opvallendste verschuivingen in reformatorische kring zijn de toenemende behoefte om zelf te dragen, en om een in memoriam uit te spreken. Zo mogelijk in de kerk, anders aan het graf. „Soms gebeurt dat door kinderen die een duidelijke agressie hebben tegen de kerkelijke achtergrond van hun ouders. Daar kunnen wij weinig tegen doen. Wel adviseren we de nabestaanden altijd om bij de invulling van de begrafenis rekening te houden met de levensovertuiging van de overledene.”

Om pijnlijke situaties te voorkomen, ontwikkelde Den Hollander een brochure waarin mensen wensen voor hun eigen uitvaart kunnen vastleggen. „Juridische kracht heeft zo’n document niet, maar de praktijk is dat nabestaanden het wel respecteren. Ook kerkenraden gaan steeds meer het belang van zo’n boekje zien.”

De Vlaardingse begrafenisondernemers werden in de eigen gezinskring geconfronteerd met een ingrijpend verlies. „Voor het oog doen we ons werk niet anders, maar we weten nu uit ondervinding wat zo’n sterfgeval betekent. Het komt steeds vaker voor dat mannelijke familieleden de overledene dragen. Dat is op zichzelf heel mooi, maar je moet je vooraf wel realiseren dat je echtgenote dan alleen loopt. Terwijl ze je steun misschien hard nodig heeft.”

Vrouwelijke ondernemers

Cees Roubos (39) uit het Zeeuwse Aagtekerke zit sinds vier jaar in het vak. Als verkoper bij een handelsonderneming in bedrijfskleding, onder meer voor uitvaartverzorgers, leerde hij de branche kennen. Vooral de persoonlijke begeleiding in de dagen rond de begrafenis spreekt hem aan. „Je kunt in die periode veel voor mensen betekenen, niet alleen praktisch maar ook sociaal. De nabestaanden zitten in het algemeen met een groot verdriet. Ik vind het mooi hen daarin tot steun te kunnen zijn. Zeker sinds het overlijden van mijn vader weet ik hoe je je in zo’n situatie voelt.”

Tot nu toe verzorgt Roubos vooral begrafenissen op Walcheren, met name in orthodox-reformatorische kring. In totaal telt het eiland twaalf uitvaartondernemers, onder wie vijf vrouwen. „Door het hele land zie je steeds meer dames in het vak komen. Misschien omdat je dit werk gemakkelijk 
vanuit huis kunt doen. En vrouwen zijn in het algemeen sterk in zorg en communicatie, twee belangrijke kwaliteiten voor dit beroep.”

Traditie

Maar zelden maakte Roubos het mee dat overledenen tijdens hun leven de invulling van hun begrafenis al hadden geregeld. „Terwijl je dat in onze gezindte wel zou verwachten. In de prediking wordt vaak gewezen op het onafwendbare van de dood. Het is opmerkelijk dat mensen niet nadenken over de praktische kanten daarvan. Vanuit welke locatie wil ik begraven worden? Wat voor graf wil ik? Wat moet er boven mijn kaart komen te staan? Mensen kunnen bij ons een wilsbeschikkingsboekje aanvragen om dit soort zaken vast te leggen.”

Hét kenmerk van begrafenissen van reformatorische christenen op Walcheren is soberheid. „De meeste overledenen worden hier nog thuis opgebaard. Dat vind ik een mooie traditie die heel goed is voor de rouwverwerking. Vaak helpen familieleden mee met de verzorging en opbaring van de overledene. De condoleance en de rouwdienst vinden hier vrijwel altijd in de kerk plaats. Een kwartier voor het begin van de rouwdienst laat ik de familie de kist sluiten. Als het kan, probeer ik familieleden ook te laten dragen. Zo mogelijk lopen we naar de begraafplaats.”

De belangrijkste verschuiving op het eiland is, dat steeds vaker wordt gezongen in de rouwdienst. Ook orgelspel komt op. „Misschien dat in de toekomst wordt toegestaan dat de kist voorin de kerk wordt gezet. Dat vind ik zelf een mooie gewoonte. Daar ben je ook gedoopt, knielde je in de huwelijksdienst en stond je bij de doop van kinderen. Maar bepalend blijven voor mij de regels van de kerkenraad.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer