Analyse: Kabinet wil akkoord met steun van oppositie én sociale partners
DEN HAAG – Als een jongleur die steeds een balletje extra in de lucht moet zien te houden, wil het kabinet werken aan een akkoord dat steun krijgt van oppositie én sociale partners.
De bewindslieden uit het kabinet-Rutte II zullen dezer dagen vast eens terugdenken aan hoe Zalm het destijds fikste.
Toen in 2003 de vakbonden zich opmaakten voor Harde Actie tegen de kabinetsplannen in zorg en sociale zekerheid, bleef de toenmalig VVD-minister van Financiën even stoïcijns als onwrikbaar. „Ik zal naar hen kijken en zwaaien!” beloofde Zalm, wiens werkkamer uitkeek op het Malieveld, dé plek waar sluimerende onvrede en chag- rijn zou kunnen gaan samenballen tot een massaal protest.
De huidige regeringsploeg kan zich zo’n houding niet veroorloven. Allereerst niet omdat hij een meerderheid in de Senaat mist en dus voor alle plannen afhankelijk is van de oppositie. Maar óók niet omdat met name de PvdA er veel aan gelegen is de bonden enigszins mee te krijgen in het beleid dat Nederland, in de woorden van premier Rutte, „sterker uit de crisis” moet doen komen. De sociaaldemocraten zitten er niet op te wachten dat de FNV afhaakt en samen met electorale angstgegner SP het kabinet de komende jaren om de oren gaat slaan.
Onderhandeld moet er daarom worden en dat –terwijl VVD en PvdA in de formatie nog bewust geen derde partner kozen om de daadkracht te vergroten– met een hele trits partijen. En als het even kan ook nog eens snel: het opgelopen begrotingstekort voor 2014 –Brussel wacht op antwoord– zet druk op de ketel.
Achtereenvolgens zullen de komende weken eerst de vakbonden en de werkgevers met elkaar een akkoord proberen te sluiten, wat daarna moet worden gezwaluwstaart met het kabinet. Dat zal de uitkomst hiervan vervolgens moeten afstemmen met het constructieve deel van de oppositie.
Hoofddoel is een breed akkoord waarin iedereen zich kan vinden met hervormingen, bezuinigingen en plannen om de economie en de arbeidsmarkt een opkikker te geven.
Het kabinet moet daarvoor echter langs zo veel schijven dat het, als bij een potje ”Ik ga op reis en ik neem mee” voor gevorderden, maar de vraag is of het pakket dat uiteindelijk resteert, nog steeds de steun van alle deelnemers kan wegdragen.
Voor het kabinet, dat als een jongleur steeds weer een extra balletje in de lucht moet zien te houden, lijkt het listigste balletje dat van de FNV. De achttien bonden binnen die grootste vakcentrale gaven tijdelijk voorzitter Heerts maandagavond het mandaat om met de werkgevers en het kabinet te gaan praten.
Nu doen de polderpartijen dat eigenlijk al sinds de verkiezingen in september, maar tot nog toe bleef het vooral bij aftasten omdat niet duidelijk was namens wie Heerts precies sprak.
Maandag bleek dit namens de gehele FNV te zijn, de activistische bonden Bondgenoten en Abvakabo incluis. Al blijft onduidelijk tot hoever Heerts kan gaan, nu de FNV stelt geen verslechteringen in WW of ontslagrecht te zullen accepteren, terwijl het kabinet júíst met een kortere WW en een soepeler ontslagrecht 1 miljard euro wil besparen. Het aandragen van alternatieven daarvoor zal nog een zware dobber zijn en dat al helemaal nu het kabinet tot woede van de vakbeweging ook nog eens 4 miljard euro aan nieuwe bezuinigingen in petto heeft.
Daarnaast is ook de vraag hoe groot het krediet is dat de PvdA bij de VVD heeft opgebouwd door de zorgpremieplannen aan te passen en dus tot hoever de VVD wil gaan in het bijstellen van het regeerakkoord.
Mocht het kabinet er toch uitkomen met de sociale partners, dan prangt vervolgens nog de vraag of de oppositie –die stukken hervormingsgezinder is dan de FNV-achterban– zich hierin óók kan vinden. Met zijn opmerking maandag dat het gesprek met het kabinet „erg moeilijk” zal worden en „best weleens kort kan duren” lijkt Heerts geen woord te veel te hebben gezegd.
Een plan B lijkt er vooralsnog echter niet voorhanden.