Buitenland

ZOA-landendirecteur Jan Huls: Nu weer een vliegramp, het gaat maar door

GOMA – In Goma in Oost-Congo is maandag een vliegtuig neergestort, op enkele honderden meters afstand van het kantoor van de Nederlandse hulporganisatie ZOA.

Buitenlandredactie
5 March 2013 12:01Gewijzigd op 15 November 2020 02:18

Op het moment van de vliegramp, kwart voor zes ’s middags, was landendirecteur Jan Huls juist met een taxi onderweg naar zijn huis, dat zich onder het kantoor bevindt, vertelt Huls door de telefoon. „Het was noodweer, de regen kwam met bakken uit de lucht en er waren grote hagelstenen. We moesten heel langzaam rijden.”

Dicht bij huis zag Huls grote takken op de weg liggen. Was het zo erg geweest? „Op een gegeven zei iemand dat er een vliegtuig naar beneden moest zijn gekomen zijn omdat bomen langs de weg gehalveerd bleken.”

De Fokker-50 van luchtvaartmaatschappij CAA met veertig inzittenden –waarvan slechts vier het ongeval overleefden– stortte neer op enkele kantoorgebouwen die verlaten waren. Daardoor waren er op de grond geen slachtoffers. Een wonder, vindt de landendirecteur. „Dit had veel erger kunnen zijn.”

De oorzaak van de ramp is een menselijke fout, denkt Huls. „Het vliegveld van Goma heeft geen verlichting en na vijf uur mogen er helemaal geen toestellen meer landen.”

De 1 miljoen inwoners van Goma hebben ontzettend veel voor de kiezen gekregen de laatste tijd, vertelt Huls. Vanwege oprukkende rebellen moesten alle hulporganisaties in november tijdelijk evacueren uit de stad. „Mijn vrouw en ik zeiden tegen elkaar: Het is dramatisch in deze stad. We zijn de afgelopen tijd herhaaldelijk wereldnieuws geweest vanwege de rebellen. En nu weer een vliegramp, het gaat maar door.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer