Cultuur & boeken

Waardevol boek over communicatie en levensbeschouwing

Het is nog niet zo lang geleden dat men bij professionaliteit uitsluitend dacht aan methodisch of technisch juist handelen. Tegenwoordig mag de vraag naar de ethische en levensbeschouwelijke aspecten van dit handelen gelukkig weer gesteld worden.

Drs. N. C. van Velzen
4 March 2013 15:22Gewijzigd op 15 November 2020 02:17
Foto Sjaak Verboom
Foto Sjaak Verboom

Het lectoraat theologie en levensbeschouwing van Hogeschool Windesheim te Zwolle heeft vanaf 2007 onderzoek gedaan naar de vraagstukken die daarmee verband houden. In dit boek geven de redacteuren, André Mulder en Hans Snoek, de resultaten weer van hun onderzoek naar normatieve professionaliteit, daarbij gesteund door tal van andere academisch gevormde scribenten.

Het doel van dit boek is hulp te bieden aan allen die als stagiair of professional met levensbeschouwelijke communicatie te maken krijgen in ”mensgerichte beroepen”, zoals in school, zorg en kerk, en die het verlangen hebben met diepgang te werken. Dat betekent dat zij zich bewust moeten zijn van de levensbeschouwelijke aspecten van hun werk, van hun eigen motieven en morele opvattingen. Dit boek wil hun leren te reflecteren op hun rol. ”Werken met diepgang” gaat uit van een hoog ideaal: van professionals wordt verwacht dat ze deskundig zijn, bevlogen en werken vanuit het hart.

Normatieve professionaliteit houdt in „het kunnen expliciteren, reflectief beschouwen en argumentatief verantwoorden van een normatieve oriëntatie die als richtsnoer dient bij de uitoefening van een mensgericht beroep en die ook daadwerkelijk gestalte krijgt in de werksituatie.” Deze wat moeizame formulering vol vaktermen maakt duidelijk waarom de auteurs hun boek liever een leerboek dan een leesboek noemen. Het niveau van de betoogtrant is erg hoog. Ingewikkelde wetenschappelijke formuleringen en abstracte termen maken het de lezer, en zeker de hbo-student, moeilijk. Wat moet hij aan met woorden als presentisch, categorische imperatief, deïnstitutionalisering, interventionistisch, kataleptisch, actantieel, anachoretisch en bricoleren? Een verklarende woordenlijst zou handig zijn.

In het eerste hoofdstuk wordt uitgelegd wat de kern is van ”Werken met diepgang”. Dan volgen drie delen: onderwijs, zorg en kerk, verdeeld over negen hoofdstukken, die men in willekeurige volgorde kan lezen. Grondige bestudering van hoofdstuk 1 is voorwaarde om wat volgt goed te kunnen begrijpen. Elk hoofdstuk begint met een beschrijving van een casus, een concrete praktijk­situatie, dan volgt de interpretatie ervan en wordt er een onderzoek ingesteld naar de levensbeschouwelijke aspecten. Het geheel wordt afgesloten met een reflectie en een terugblik.

Levensbeschouwelijk

In het deel ”Onderwijs” komen drie onderwerpen aan de orde: levensbeschouwelijk onderwijs op de basisschool, literatuur als spiegel en lamp en identiteitsontwikkeling met managers in de school. Bij de bespreking van de casus over levensbeschouwelijk onderwijs op de basisschool komen leerkrachten aan het woord die bijna allemaal geconfronteerd worden met de pluriformiteit in hun klas. Bijna, want er doet ook een onderwijzer mee uit het reformatorisch onderwijs en daar is de groeps­samenstelling vrij homogeen.

In plaats van te kiezen voor het verkondigings- of het liberale model, propageert de auteur het hermeneutisch-communicatieve leermodel, waarbij communicatie en dialoog centraal staan. Over de wijsgerig-theologische basis van dit leermodel valt nog wel het een ander op te merken. Overigens houdt het verkondigingmodel in het reformatorisch onderwijs niet in dat de leerling „klakkeloos wat verhalen, gebedjes en liedjes uit het hoofd moet leren”, zoals de schrijver suggereert. Als uitgangspunt kiest men daar Deut. 6, waar gesproken wordt over „inscherpen en erover spreken”, in die volgorde. De kanttekening van de Statenvertaling tekent bij ”inscherpen” aan: met het hart. Niet klakkeloos dus.

Het volgende hoofdstuk gaat over literatuur als spiegel en lamp, een boeiend betoog, waarbij Henk de Lange, theoloog en neerlandicus, zijn kennis van de algemene literatuurwetenschap goed weet in te brengen. In het hoofdstuk over managers in het onderwijs bespreekt Erik de Jongh de vraag hoe de identiteitsontwikkeling op school vormgegeven kan worden. De kloosterregel van Benedictus van Nursia blijkt daarbij een goede hulp te zijn.

Verpleeghuis

Geestelijk verzorgers die werkzaam zijn in de zorg vinden in het tweede deel van het boek nuttige informatie. Moeilijke problemen worden niet uit de weg gegaan. In de casus wordt gezegd dat Heleen als geestelijk verzorger in een verpleeghuis weinig moeite heeft haar cliënten een luisterend oor bieden, behalve als ze orthodox-protestants zijn. Zij is daar heel eerlijk over. Ze bedoelt, gezien de voorbeelden, waarschijnlijk reformatorische of bevindelijk gereformeerde cliënten.

Uitgaande van de zogenaamde presentietheorie benadrukt Hans Snoek dat de geestelijk verzorger nabijheid en distantie moet afwisselen in de begeleiding van de cliënt. De communicatie in de palliatieve zorg en in de jeugdzorg wordt grondig geanalyseerd. Jammer dat bij het spreken over „hopen met de dood voor ogen” alles wel erg horizontalistisch blijft.

Hans Snoek gaat in deel 3, over de kerk, in op de veranderde visie op de Bijbel als het Woord van God en welke gevolgen dat heeft voor het verstaan van de tekst. Vervolgens neemt Marjan Kip de lezer mee naar een inloophuis in Almere en schetst de problemen die zich daar in de levensbeschouwelijke communicatie voordoen. Een leerzaam en ontdekkend verhaal.

Het boek sluit af met een nieuw fenomeen op de arbeidsmarkt, de reli-ondernemer. Dat is een ondernemer die op hbo- of wo-niveau theologie heeft gestudeerd en als zzp’er activiteiten onderneemt op het gebied van levensbeschouwing en religie, zoals voorgaan in vieringen, bij uitvaarten, pastoraal werk en advisering. Men vindt de reli-ondernemer vaak in vrijzinnige, minder in orthodoxe kring.

Wie zich wil oriënteren op het brede terrein van de levensbeschouwelijke communicatie vindt hier een goede handleiding, zij het dat die kritisch gehanteerd moet worden ten aanzien van de wijsgerig-theologische vooronderstellingen. Bij een eventuele herdruk zou overwogen kunnen worden de tekst op eenvoudiger niveau te herschrijven en hier en daar in te korten. Een uitvoerige literatuurlijst sluit dit waardevolle boek af.


Boekgegevens

”Werken met diepgang: levensbeschouwelijke communicatie in de praktijk van onderwijs, zorg en kerk”, André Mulder en Hans Snoek (red.); uitg. Meinema, Zoetermeer, 2012; ISBN 978 90 211 4423 8; 320 blz.; € 38,-.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer