Scholen, wees zelfbewust naar inspectie
Voor het eerst sinds jaren heb ik het weer mogen meemaken: inspectiebezoek. Toen ik jaren geleden begon op de basisschool in Dinteloord, kwam de inspectie onverwacht. Op dat onverwachte hadden we trouwens iets gevonden. Zodra er een leerling uit de klas van de directeur binnenkwam om te vragen naar een paars potlood wist je genoeg; een blik op het rooster: „Jongens, opruimen. We gaan nu verder met verkeer. Goed opletten.”
Echt serieus maakte ik pas kennis met de inspectie toen ik conrector was op de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. Het was de tijd van basisvorming en Tweede Fase. En nu, na jaren, een hernieuwde kennismaking op de locatie Revius van het Wartburg College in Rotterdam, waar ik tot 1 april als interim-directeur mijn tijd doorbreng.
Tussen de bezoeken door hoor ik allerlei verhalen over de inspectie. Bijvoorbeeld als ik met leerkrachten spreek over de zin en onzin van nieuwe methodieken en softwarepakketten. Niet zelden is dan de slotzin: „We zijn het met je eens, maar het moet nu eenmaal van de inspectie.”
Ook Roelof Bisschop, oud-directeur van de Revius, stelde eind vorig jaar kritische vragen over de reikwijdte van de inspectie. Gaan de kwaliteitsaspecten waarop de overheid toetst niet verder dan de deugdelijkheidseisen? Op Sint-Nicolaas presenteerde Bisschop hierover een manifest. De avond ervoor stond er een opiniestuk in deze krant. Mogelijk verward door de spanning die de komst van de goedheiligman en zijn zwarte Pieten nu eenmaal oproept, koos hij voor een weinig calvinistische kop: ”Scholen, loop de kantjes eraf!”
Klagen over de inspectie helpt niet, misschien in de Tweede Kamer, maar niet in de directie- of personeelskamer. Vanuit mijn ervaring met de inspectie heb ik er ook twijfels over of dat klagen wel terecht is. Destijds op de Gomarus gingen we bewust onze eigen weg in het hele Tweede Fasegebeuren. Niet meegaan met hyperige teksten en optimistische richtlijnen van politici en leerpsychologen. Kiezen voor beleid waarin je gelooft. Voortbouwen op de intuïtie van ervaren leerkrachten. Ons beleid was niet gebaseerd op het uitrollen van blauwdrukken maar op wat je deftig noemt: ”Muddling Through”, en in gewoon Nederlands: verstandig doormodderen. Eenzelfde no-nonsensegedachte leeft op de Revius.
Zowel op de Gomarus als nu op de Revius heb ik het bezoek als erg prettig ervaren. Geen ogenblik had ik het idee dat de inspectie kwam om op bureaucratische wijze te checken of alles wat je zei wel op papier stond. We hebben open gesprekken gevoerd over onderwijs en de kwaliteit van de docent. Het wordt je wel duidelijk dat inspecteurs vakmensen zijn, die in staat zijn om in korte tijd een veelzijdig en compleet beeld te vormen van de hele afdeling waarvoor ze komen, in dit geval de havo. Maar daarna is er ook een constructieve terugkoppeling. Op de Revius was die terugkoppeling positief wat betreft de goede kwaliteit van de lessen, van de leerlingbegeleiding en de opbrengsten (”donkergroene school”). Het team was er vooral blij mee dat het de inspecteurs constateerden dat er een goede band was tussen docenten en leerlingen. „Dat zie je in veel zaken terug.”
Wat mij in beide gevallen opviel, is dat de inspectie juist op zoek is naar het eigene. Wat is de Reviusvisie op onderwijs? Op papier, maar vooral levend in de school. Toen een van de inspecteurs zich over het rooster boog, om de lessen te markeren die hij wilde bezoeken, stelde hij de vraag: „Waar kan ik een echte Reviusles bijwonen?”
Natuurlijk kan dit verhaal over de inspectie gerelativeerd worden. De ene inspecteur zal de andere niet zijn, het ene inspectiebezoek het andere niet, en als de resultaten structureel onder de norm zijn, zal de inspectie zich anders opstellen. Maar dat laat onverlet dat scholen zich best mogen bezinnen op hun verhouding tot de inspectie.
Stop met wij-zijdenken. Wees liever zelfbewust als school, vanuit de eigen onderwijskundige en levensbeschouwelijke waarden. Zorg ervoor dat de opbrengsten boven de norm blijven, voor stevig kwaliteitsbeleid en kies verder je eigen koers. Een koers die dan wel body moet hebben, vitaal en zichtbaar moet zijn in de school. Dan kun je het inspectiebezoek tegemoet zien als een kans: je krijgt gratis professionele feedback.
Natuurlijk kunnen we de aandacht afleiden en wijzen naar de politiek, die toestaat dat de inspectie kwaliteitseisen stelt die verdergaan dan het wettelijk kader. Het is aan de Tweede Kamer om op dit punt de vinger aan de pols houden. En als de reformatorische scholen hun invloed kunnen vergroten door af en toe een directeur de Tweede Kamer in te stemmen, moeten ze dat vooral niet laten. Maar verder: wees professioneel. Afwijzen van onderwijsvernieuwing is een leeg gebaar, als er niet een stevige en zichtbare eigen koers tegenover staat. Op 25 januari sprak Bisschop in Vianen opnieuw over de verhouding school-inspectie en opnieuw verscheen een artikel in deze krant. Over de kop was nu beter nagedacht: ”Refoschool moet zelfbewuster zijn”.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl