„Nu een definitieve oplossing zo lang op zich laat wachten, is een halve dienstregeling gewoon niet voldoende”, aldus D66-Kamerlid Stientje van Veldhoven woensdag. En PvdA-Kamerlid Duco Hoogland: „Zolang de Fyra niet rijdt, moet er een volwaardige verbinding zijn met Brussel.”

Mansveld moet volgens de Kamer alles op alles gaan zetten om de alternatieve treindienst verder uit te bouwen. In april moet er een plan voor uitbreiding op tafel liggen. Ze moet daarbij ook om de tafel met andere vervoerders, zoals Veolia en Arriva, om te zien of die kunnen helpen.

Verder moet ze strenger in de gaten houden of de intercity op tijd rijdt en niet te vaak uitvalt, vinden de vier partijen. Daar sluit de ChristenUnie zich bij aan. „Ik vrees dat de reizigers naar Brussel de komende maanden te maken krijgen met veel vertragingen en de NS kan daar dan niet meer op aangesproken worden. De staatssecretaris moet veel strenger zijn”, vindt Kamerlid Carla Dik-Faber.

Daarbij zegt de ChristenUnie dat de tijdelijke intercity niet automatisch moet verdwijnen zodra de Fyra weer gaat rijden. „De reiziger mag niet weer proefkonijn worden. Laat de Fyra zich eerst maar een half jaar bewijzen zonder problemen”, aldus Dik-Faber. Overigens is er nog geen zicht op wanneer de Fyra weer kan gaan rijden.

NS gaat vanaf 11 maart acht keer rijden. Of het vaker kan is volgens een woordvoerder van het spoorbedrijf afhankelijk van de beschikbaarheid van personeel, infrastructuur, materieel en opleidingsmogelijkheden. Ook is nog de Belgische vervoerder in het spel. Over toekomstige scenario’s is de NS in gesprek met de staatssecretaris.

De Tweede Kamer praat donderdag met Mansveld over de problemen met de Fyra.