Commentaar: Impasse in Italië
De Italiaanse kiezer heeft gesproken. Met als gevolg een politieke patstelling die het voorzichtig ingezette economisch herstel van La Repubblica op het spel zet. En daarmee de Europese schuldencrisis weer volop op de agenda plaatst. Met alle gevolgen van dien.
Het leek de goede kant op te gaan met Italië. Een zakenkabinet onder leiding van technocraat Mario Monti zette eind 2011 een proces van broodnodige economische hervormingen en bezuinigingen in. Markten kalmeerden en de door crisis op crisis geplaagde Europese Unie schrapte een nieuw zorgenkindje eventjes van de zwarte lijst.
Eventjes, want Italië staat na de verkiezingsuitslag van de afgelopen twee dagen weer volop in de negatieve belangstelling. Geen van de politieke blokken is erin geslaagd een meerderheid in zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat te veroveren. Een situatie die na de Tweede Wereldoorlog niet eerder is voorgekomen.
De centrumlinkse alliantie onder leiding van oud-minister Pier Luigi Bersani kreeg weliswaar een meerderheid in de Italiaanse Tweede Kamer, maar moest het centrumrechtse blok van Silvio Berlusconi in de Senaat voor laten gaan. Om het land werkbaar te kunnen regeren heeft een coalitie de meerderheid in beide kamers nodig.
Het centrumblok van premier Mario Monti zag zijn ingrijpende bezuinigingsmaatregelen afgestraft en moest het met een schamele 10 procent van de stemmen doen.
Dat betekent vooralsnog een politieke impasse. Het centrumlinkse blok heeft tijdens de campagne beloofd de door premier Monti ingezette economische hervormingen door te zetten. Berlusconi heeft echter de bezuinigingsmaatregelen van het huidige kabinet scherp veroordeeld en de kiezer met belastingvoordelen gepaaid.
Het vooruitzicht van voortdurende politieke instabiliteit in Italië –met mogelijk een nieuwe stembusgang binnen enkele maanden– belooft weinig goeds voor de oplossing van de Europese schuldencrisis. De financiële markten in de Verenigde Staten en Azië reageerden al direct negatief op de uitslag van de verkiezingen. En dat zal er de komende tijd zeker niet beter op worden.
Als de derde economie van de Europese Unie er niet in slaagt de staatsfinanciën op orde te krijgen, zal de schuldencrisis Europa weer volop in haar greep krijgen.
De vraag is intussen of het politieke establishment van Italië niet eens grondig op de schop moet. Niet voor niets haalde komiek Beppe Grillo met zijn nieuwe Vijf Sterren Beweging een kwart van de stemmen. Hij verzet zich hartgrondig tegen de gevestigde orde en de wijdverbreide corruptie.
Grillo is niet van plan regeringsverantwoordelijkheid te nemen – en dat moet een komiek misschien ook maar niet willen. Het gevolg is echter dat de gevestigde orde vermoedelijk weer de touwtjes in handen krijgt – voor zolang het duurt.
Dat betekent een Italië onder leiding van een oud-communist (Bersani). Of een Italië met playboy Berlusconi opnieuw aan het roer. Beide opties voorspellen weinig goeds voor het land. En voor de Europese belastingbetaler evenmin.