Mabel
Een zoon vertelt z’n moeder op een dag dat hij wil trouwen. De dame in kwestie oogt knap. Na verloop van tijd blijkt via de pers dat er een heleboel met haar aan de hand is. Lelijke dingen. Veel meer dan zij bij de kennismaking heeft verteld. Of iemand nu moeder is in een boerendorp op Zuid-Beveland, of bazin van een boekwinkel in Barneveld: zoiets kan haar wanhopig maken. Indien ze een klein beetje deugdzaamheid koestert. Dat geldt zeker een in een glazen huis verkerende koningin.Nu gaat prins Friso trouwen met Mabel Wisse Smit. Het kabinet dient geen toestemmingswet bij de Kamer in en daardoor vervalt bij zijn huwelijk het recht op de troon. Zijn geliefde had een relatie met de gevangengenomen Bosnische oud-ambassadeur Sacirbey. „Nou ja, dat is voorbij”, zegt dan misschien een moeder. Zelfs als ze koningin is. Maar toen bleek dat Mabel veel nauwere contacten had met de later vermoorde drugscrimineel Klaas Bruinsma dan eerst verteld, leek de maat vol. Op z’n minst voor het kabinet.
Wat drijft iemand om z’n rechten -dus ná de kroonprins en zijn eventuele kinderen- op de troon te laten vervallen? Een koning leeft niet alleen voor plezierige dingen. Zo’n ambt vraagt discipline, verantwoordelijkheidsgevoel, bereidheid om rekening te houden met wat anderen van je denken. Zo’n functie betekent dat je je waar nodig in een keurslijf laat dringen. En dan dien je ook nog hart voor medemensen te hebben. Eigenlijk hoeft niemand jaloers te zijn op zo’n positie. Gaat prins Friso daarom wat makkelijk om met zijn rechten?
Wat drijft de prins? Bedenkt hij dat de echtgenote van z’n broer in verwachting is? Dat de kroonprins wellicht straks vaker vader wordt? Meer kinderen zal krijgen? Zodat zijn tweede plaats verandert in een vierde of een zesde? Dat zou niet interessant meer zijn. „Vooruit, laat dan maar”, zou hij gedacht kunnen hebben. Of is er een thema aan de orde dat al zo oud is als de wereld? De kwestie dat een vrouw een onbegrensde invloed blijkt te kunnen uitoefenen op een man? Waarbij de laatste alles opgeeft voor het lijf en de liefde van zijn beminde? Zelfs Simson bezweek voor die verleiding.
Wellicht slaakt menig parlementariër een zucht van verlichting. Gelukkig hoeft hij zich niet uit te spreken over een toestemmingswet. Ook onder koningsgezinde gereformeerden leeft misschien wel zoiets: „Gelukkig, ons vorstenhuis is behoed voor degeneratie.” Maar als het schenden van de geboden van God ons echt ter harte gaat, denken wij dieper. Wie de Heere liefheeft, heeft verdriet als de ene zonde zich op de andere stapelt. Beter dan het besluit om -ondanks alles- te trouwen, zou zijn zich terdege af te vragen of de relatie niet beter verbroken kan worden.
De affaire zal niet gemakkelijk zijn voor koningin Beatrix. Ze is nog niet zo heel lang weduwe. En nog nauwelijks is de commotie rond Margarita en haar man De Roy van Zuydewijn geluwd, of een nieuw schandaal dient zich aan. Zo aardig onthaalde de Koningin de vriendin van haar tweede zoon. Zij betitelde de nieuwe aanwinst als „een heel lieve en begaafde schoondochter.” Maar nu blijkt mevrouw Wisse Smit minder veelbelovend te zijn. Er is eerder sprake van blamerend gedrag.
Mag iemand met een verleden als mevrouw Wisse Smit niet trouwen? Jawel. Maar dan moet zo iemand ten minste beterschap beloven. En niet de officiële instanties, inclusief haar schoonmoeder, voor de gek houden door haar verkeerde levenswandel te verbloemen. Het zou bijzonder zijn als Mabel oprecht schuld zou belijden -voor de mensen, maar boven alles voor God- en een nieuw leven zou willen beginnen. Daar gaat iets van uit naar de samenleving. De weerstand tegen de trouwpartij van prins Friso zou bij menigeen verdwijnen.