„Kans op borstkanker in risicogroep lager”
AMSTERDAM (ANP) – Nederlandse vrouwen die een erfelijk risico op borstkanker lopen, hebben minder kans om borstkanker te krijgen dan gedacht werd. Dat blijkt uit onderzoek van genetisch epidemioloog van het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Richard Brohet. Hij deed onderzoek onder vrouwen die een mutatie op een gen (BRCA1) hebben, waardoor hun kans op borstkanker een heel stuk hoger ligt dan normaal.
„Momenteel wordt aangenomen dat vrouwen die een mutatie op het BRCA1-gen hebben, 60 tot 80 procent kans hebben om ooit in hun leven borstkanker te krijgen”, legt Brohet uit. „Uit ons onderzoek blijkt dat dat voor het merendeel van de Nederlandse vrouwen met deze mutatie op zo’n 45 procent ligt.”
„Dat is natuurlijk nog steeds erg veel”, benadrukt de onderzoeker. In de gehele bevolking is de kans op borstkanker ongeveer 12 procent: een op de acht vrouwen krijgt ooit de ziekte. Een deel van de vrouwen met de erfelijke aanleg voor borstkanker kiest ervoor de borsten preventief te laten verwijderen.
Naast het gemuteerde gen blijken ook hormonale invloeden en leefstijlfactoren een rol te spelen bij het ontstaan van borstkanker. „De kans op borstkanker lijkt bijvoorbeeld omhoog te gaan door het gebruik van de pil”, ontdekte Brohet. Toch ziet de onderzoeker hierin nog geen reden om pilgebruik af te raden. Hij benadrukt dat er nog meer onderzoeken nodig zijn om zijn bevindingen te bevestigen. „Wel zullen sommige vrouwen het zekere voor het onzekere willen nemen en de voorkeur geven aan een niet-hormonale vorm van anticonceptie, zoals het koperspiraaltje.”
Het gebruik van de pil lijkt trouwens wel beschermend te werken tegen eierstokkanker onder vrouwen met de genmutatie. Ook op deze ziekte lopen zij een verhoogd risico.
Brohet promoveert volgende week op zijn bevindingen.