„Irrationele haat tegen Bush”
De amerikanist prof. A. Lammers
kan er niet bij dat -wat hij noemt- de intelligentsia zo op hol zijn geslagen in hun visie op de Verenigde Staten. „Je kunt Bush van alles en nog wat verwijten, maar wat er over Amerika als geheel wordt geschreven, raakt kant noch wal.” Het boek van journalist en hoogleraar Van Wolferen waarin wordt gesteld dat de Verenigde Staten verworden zijn tot een corrupte plutocratie die de wereld bedreigt met op hol geslagen imperialisme, zal Amerika-specialist Lammers niet lezen.
„Ik heb al zo veel van die verhalen gehoord en ik begin er zo genoeg van te krijgen dat ik heb gezegd: Ik ben niet pro-Amerika, maar anti-anti-Amerika. Ik mag me niet meer druk maken, maar soms word ik toch echt kwaad.
Ik heb altijd een stukje uit de Volkskrant bij me van Kees Schuyt, toch een heel gerespecteerde socioloog, geloof ik. Die schreef onlangs, op 30 juli, naar aanleiding van wat er gebeurt of niet gebeurt op Guantanamo Bay: „De conclusie is onontkoombaar. De Verenigde Staten, eens de eerste democratie, zijn hard op weg een totalitaire staat te worden die nu, na de val van de Muur, de inhumane en barbaarse traditie van de vroegere Sovjet-Unie voortzet.” Dan denk ik: Ze zijn gek geworden.
Het komt allemaal voort uit haat tegen Bush, pure haat tegen Bush. Gisteren mailde een vriend uit Amerika me nog een stuk uit The New Republic, meestal ook een progressief blad. Daar schreef iemand: „I hate Bush.” Vervolgens zegt hij wat hem aan Bush zo stoort dat het haat wordt. En dat is niet alleen zijn politiek. Het betreft zijn hele persoon: de manier waarop hij loopt, de manier waarop hij praat. Het is een irrationele haat geworden, die naar Europa is overgeslagen of die wij al veel langer hadden en die zo buitenproportioneel geworden is.
Ik las ergens: „Bush is het grootste geschenk voor het antiamerikanisme sinds Joseph McCarthy.” En dat is geloof ik waar. Ik heb nog nooit meegemaakt dat een president zo werd gehaat.
Dan is er natuurlijk zijn geloofsovertuiging. Hoe vaak heb ik niet moeten lezen dat Bush achterlijk is omdat hij kabinetszittingen opent met gebed. Tot en met meneer Heldring toe. Hij en ook een heleboel andere mensen schrijven dat dat toch niet kan. Maar volgens mij is Balkenende net zo christelijk, en misschien begint hij kabinetszittingen wel op dezelfde manier.
Amerika is nog steeds een heel gelovig land en dat vinden wij heel raar. Wij zijn zo geseculariseerd. Bush was aan alcohol verslaafd en heeft zich op zijn veertigste bekeerd. Dat vinden wij heel vreemd. Jimmy Carter was ook een wedergeboren christen. Clinton ging regelmatig naar de kerk. Alle Amerikaanse presidenten roepen God aan, maar bij Bush hindert het ons. Omdat we vermoeden dat het niet echt is.
Dat is natuurlijk het punt. Hij is ”phoney”, gemaakt. Zijn publieke persoon is ”phoney”. Als Bush loopt als een Texaan, dan is dat gemaakt. Hij komt van Yale en Harvard. Hij is afkomstig uit de zogenaamde Amerikaanse aristocratie. Goed, zijn vader heeft een tijdje in olie gespeculeerd en hij ook. Johnson was een echte Texaan, maar bij Bush zie je dat het gespeeld is. Hij vindt dat dat hem goed uitkomt. En hij vindt het interessant. Hij heeft afstand genomen van zijn hele Yale-verleden. Het is een anti-intellectueel, maar een van zijn dochters zit nu ook op Yale, zijn vader was op Yale en zijn grootvader kwam van Yale. Het zijn allemaal Yale-mensen.
Bush is iemand van wat ze vroeger het protestantse establishment noemden. Van jongs af aan werden de kinderen opgeleid tot leiderschap, eer en het land dienen. Dat heeft heel goede leiders opgeleverd. Dat is een beetje aan het verdwijnen, maar uit zo’n milieu komt meneer Bush voort.
Om dan opeens te doen alsof je uit Texas komt, omdat je daar een tijd hebt gewoond, dat is aanstellerij. Waarom zou je dat moeten doen? Het staat Bush ook niet. Hij schijnt vooral door zijn moeder Barbara te zijn beïnvloed. Dat is een hele flinke, leuke, doortastende vrouw. Dan denk je: Hoe kan het toch dat hij zo veranderd is, dat hij zo ontrouw aan zichzelf is geworden en zijn verleden heeft afgezworen? Het zal wel te maken hebben met opportunisme, want het politieke zwaartepunt ligt momenteel in Texas en Californië.
Toen Bush in 2001 een eredoctoraat van Yale kreeg, waren er enorme protesten. Maar hij hield toen een prachtige speech, waarin hij zei: „Ik heb grote bewondering voor alle studenten die cum laude en meer hebben gehaald, maar tegen de mindere studenten zeg ik: Jullie kunnen ook president worden.” Vervolgens stak hij de draak met alles wat hij op Yale had gedaan. Op een heel humoristische manier. Het was zelfs een van de beste speeches die ik ooit heb gelezen. Was hij maar zo zelfrelativerend gebleven.
Bush heeft aan de beste universiteiten van Amerika gestudeerd. Wij kijken hier zo op tegen die universiteiten, dat onderwijsstelsel in de Verenigde Staten. Dan vraag ik: Kunnen zulke universiteiten zo’n oliedomme man als Bush hebben geproduceerd? Hij lijkt dom omdat hij dingen doet die ons niet aanstaan. Dat is het hele punt.
Bush leek een president te worden die niet zo gek veel ging voorstellen. Laten we eerlijk zijn. Maar ja, toen kwam 11 september. Toen is alles veranderd en bleek het een man met een missie te zijn, en niet zo’n kleine missie ook. Hij ging van alles ondernemen, niet alleen in het buitenland, ook in het binnenland. Je kunt erover van mening verschillen, maar het is wel een van de meest radicale presidenten die Amerika heeft gehad. Hij is Reagan in het kwadraat wat de binnenlandse politiek betreft. Denk aan de belastingverlaging en dat soort dingen. Sommigen hebben hem vergeleken met Roosevelt, omdat hij precies het tegenovergestelde wilde van wat die voor ogen had. Hij is ook net zo radicaal als Roosevelt, maar dan rechts.
Tegen die oorlog in Irak was ik aanvankelijk niet zo gekant. Het belangrijkste massavernietigingswapen is die Saddam Husssein. Als je leest wat die man allemaal heeft aangericht, dat was toch gruwelijk. Maar vervolgens noemt men de Verenigde Staten het Vierde Rijk.
Wat me ook verbaast, is dat heel verstandige mensen als meneer Heldring schrijven dat het nu tijd is om Amerika de rug toe te keren en ons eerst en vooral op Europa te richten. Amerika zou niet langer ons ijkpunt moeten zijn. Waarom niet? Dan geef ik mensen als De Hoop Scheffer en de nieuwe minister van Buitelandse Zaken, Bot, groot gelijk als ze zeggen dat we ons óók op Amerika moeten blijven richten. Waarom moeten wij toch altijd roepen: „Weg met Amerika!” Omdat er nu een president is waar we het niet zo mee eens zijn? Ik hoor van universiteitsprofessor -wat is dat eigenlijk- Van Wolferen dat de situatie onomkeerbaar is. Dan denk ik: Bush kan volgend jaar wel weg zijn. En dan kan er een heel ander regime komen. Ik bedoel: Waar hebben ze het over?
Ik denk altijd: ”You have to kill them with love”, want als je tegen ze bent, gooien ze hun kont tegen de krib. Je kunt beter met hen blijven praten, ook al stuit dat tegen de borst. Dan moet je maar wat water bij de wijn doen. Je moet niet zeggen, zoals allerlei columnisten: „En nu willen we er niks meer mee te maken hebben.” Volgend jaar november is er misschien weer een andere, veel betere president.
Zo’n type als Clinton zien we hier het liefst terugkomen. Dan is alles weer goed. Dat is onze held. Ik kan er met mijn verstand niet bij dat mensen die als intelligent te boek staan, kunnen beweren dat het presidentschap is gekaapt, dat het hele land door Bush is gekaapt. De Democratische Partij zoekt naar het juiste offensief tegen Bush en de Republikeinen zelf beginnen steeds ontevredener te worden over de enorme kosten van de bezetting in Irak. Dat moet de president zich aantrekken.
Maar Bush vergelijkt men met Hitler. Het staat allemaal in de krant. Ze denken dat met Bush de eindtijd is aangebroken. Onbegrijpelijk. Wat hebben we in het verleden allemaal niet meegemaakt, en de Amerikanen zijn het allemaal te boven gekomen. Daarom haal ik altijd Bryce aan, die honderd jaar geleden schreef in dat beroemde boek ”The American Commonwealth”: „Honderd maal ben ik teleurgesteld in Amerika, en honderd maal heb ik toch nog hoop dat het goed zal komen.” Zo Amerikaans ben ik dan toch weer dat ik denk dat die kiezers niet op hun achterhoofd zijn gevallen. Als de Amerikaanse burgers zien dat Bush te ver gaat, zetten ze hem heus wel af. Bush is niet almachtig.
De hele pers is volgens Van Wolferen in de handen van de plutocraten. Tjongejongejonge. Er wordt in de Amerikaanse pers heel wat kritiek op Bush geuit. Ze laten geen spaan van de man heel. De Amerikaanse belastingbetaler vindt het helemaal niet leuk om 87 miljard dollar op te brengen voor Irak. Als ik Bush was, zou ik bijdraaien en meer overlaten aan de VN. Anders gaat het fout en is hij weg. Zo simpel is het.
De manier waarop Bush in 2000 aan de macht is gekomen, is omstreden. Maar: „onomkeerbaar” en „weg met Amerika” - nee, daarvoor heb ik net iets te weinig vertrouwen in Europa. Ik stort me niet blindelings, uit afkeer van de VS, in de armen van Schröder of Chirac. Dankjewel. Frankrijk is net als Amerika een land met een missie. De Fransen kunnen het niet verkroppen dat zij de middelen niet hebben om die te kunnen uitvoeren en Amerika wel. Maar de macht die de VS bezitten, hebben wij hun zelf door de Eerste en de Tweede Wereldoorlog in handen gespeeld. Denk terug aan de jaren dertig, toen Amerika internationaal helemaal niets voorstelde. Ik ben van 1940, dus mijn reserves tegenover Europa zijn groter dan die tegenover de Verenigde Staten.
Het liefste wat Frankrijk in Europa zou willen, is de leiding nemen en ons opleggen wat er moet gebeuren. Ik ben niet anti-Frans. Ik kom net terug uit Normandië. We logeerden in een Best Western-hotel. Daarnaast was de Buffalo Grill, daarnaast McDonald’s. Het hele plaatsje was volgehangen met Amerikaanse vlaggen. Toen dacht ik: Volgens mij leeft de Amerikaanse droom nergens zo hevig als in het land van Chirac en juist daarom zijn veel intellectuelen zo anti-Amerikaans.
Akkoord, de Amerikanen doen hun uiterste best de wereld tot hun model te bekeren. Die missiedrang zat er vanaf het eerste begin in. Van meet af aan hebben ze gedacht: „Wij beginnen hier een nieuw experiment, een nieuwe natie, een stad op een berg, het nieuwe Jeruzalem.” Het heeft er altijd in gezeten.
Het probleem voor de Amerikanen was -en is nog steeds- of ze nu moesten zeggen: „Wij zijn een voorbeeldige democratie en de rest van de wereld zal ons volgen uit een soort bewondering”, of: „We gaan het meer actief doen en we gaan onze missie niet alleen passief maar ook actief uitdragen door de verovering van het continent, door overzee handelend op te treden.”
De spanning tussen isolationisme en actieve buitenlandse politiek is er nog steeds. De politiek van Bush, dat unilateralisme, lijkt eigenlijk veel meer op het vroegere isolationisme dan op het internationalisme van Truman, Eisenhower en Kennedy. Het isolationisme van de jaren twintig en dertig -toen Amerika het alleen deed en zich niet wilde laten vastleggen door allerlei internatonale afspraken- lijkt in wezen heel veel op het unilateralisme van Bush. Zijn houding doet sterk denken aan de afkeer die de isolationalisten hadden van internationale regels, van de Volkenbond dan wel de Verenigde Naties. Of dat verstandig is, is natuurlijk een tweede. Maar je moet niet doen alsof ze nu compleet zijn losgeslagen.
De aanslagen van 11 september hebben Bush de kans gegeven een heel andere president te worden dan iedereen verwachtte. Men verwachtte een nogal matige, niet erg doortastende president, en opeens is het een figuur geworden die de hele wereldorde naar eigen inzicht heeft veranderd.
Die kans heeft Clinton niet gehad. Die betreurde het juist dat er zo weinig crises waren waarin hij zijn grootheid kon bewijzen. Presidenten moeten een crisis hebben om zich te bewijzen, om groot te worden. Er zijn geen grote presidenten zonder crisis: Lincoln, Roosevelt, Truman, Kennedy met Cuba - ze moeten iets hebben. Dat was de frustratie, als ik het zo mag zeggen, van Clinton. Er gebeurde niks in de jaren negentig.
Bush heeft natuurlijk gezien met 11 september: „Dit is de kans om mijn aanwezigheid in de geschiedenis te bevestigen.” Die heeft hij met beide handen gegrepen - verstandig of niet, daar kun je over twisten. Alles is daar begonnen. Zonder die aanslagen zou Bush -neoconservatieven of niet- nooit die kans hebben gekregen.
Hier begint alles. Opeens liet hij zijn stoerheid, zijn leiderschap zien die voordien verborgen waren gebleven; en ook al die andere dingen, zoals zijn eigenzinnigheid en eigenmachtigheid, en het wegschuiven van de Verenigde Naties. Een week na de bezetting van Irak werd in de pers al de vergelijking gemaakt met Vietnam. Het zou een mislukking worden en het was vreselijk wat de Amerikanen daar deden. Over Amerikaans ongeduld gesproken: Zijn wij niet een beetje te ongeduldig? Moet je ze in ieder geval niet de kans geven?
Bush kun je kwalijk nemen dat hij het niet handiger heeft aangepakt. Maar wij hadden ook verstandiger moeten zijn door niet te doen alsof hier een soort satan is opgestaan en die het slechtste met de wereld voor heeft. Maar goed, als ik de columnisten moet geloven, schijnt Bush het ergste te zijn dat de wereld ooit is overkomen. Zou het echt? Getuigt dat niet van een gebrekkig historisch inzicht?”
Dit het tweede interview in een serie van drie over Europees-Amerikaanse verhoudingen. Het eerste artikel verscheen 4 oktober.