Het kan er bij hen niet in dat er in een tijd van sterk oplopende werkloosheid geen Nederlandse seizoensarbeiders te vinden zijn.

Dat bleek donderdagmiddag tijdens een overleg van de Tweede Kamer met staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken. Volgens CDA-kamerlid Bruls is het „uiterst merkwaardig, zo niet onacceptabel,” dat land- en tuinbouwbedrijven hun vacatures niet vervuld kunnen krijgen.

Bruls voerde aan dat het aantal vacatures in deze sector dit jaar fors hoger is dan vorig jaar, terwijl ook de werkloosheid drastisch toeneemt. Volgens hem vinden schoolverlaters het makkelijker om in de periode tussen hun eindexamen en het begin van hun vervolgstudie een uitkering aan te vragen dan „appels te gaan plukken.”

PvdA-kamerlid Bussemaker en haar GroenLinks-collega Vendrik beschuldigden Bruls van demagogie. Zij vinden dat boeren en tuinders de hand in eigen boezem moeten steken, omdat zij liever gebruikmaken van goedkope illegale krachten dan van Nederlandse werklozen.

Rutte erkende dat vorig jaar tweederde van de seizoensarbeiders in de land- en tuinbouw bestond uit Polen, Bulgaren en Roemenen. Volgens de bewindsman wordt het na het in werking treden van de nieuwe bijstandswet op 1 januari makkelijker werklozen te dwingen seizoensarbeid te verrichten. In deze wet staat dat bijstandsgerechtigden ”algemeen geaccepteerde” arbeid moeten aanvaarden. Nu is dat nog ”passende” arbeid.

Overigens vindt Rutte het belangrijker dat werklozen duurzaam aan de slag raken dan dat ze af en toe seizoensarbeid verrichten en daarna weer aan de kant komen te staan. „We moeten geen draaideurklanten krijgen.”