Dr. Kater legt in ”Klopt het wel...?!” uit wie Jezus is
Wie is Jezus voor u? Dat is de kernvraag voor elke christen. Sommigen zullen deze vraag wellicht niet goed kunnen beantwoorden.
Dat kan komen doordat ze eraan twijfelen of Jezus inderdaad de Zoon van God is. Bijbelgeleerden zeggen immers… Of het lukt niet doordat ze langs Jezus heenleven. Maar het kan ook zijn dat ze wél een antwoord weten te geven op de vraag wie Jezus is.
Hoe het ook ligt, in alle gevallen is het boekje ”Klopt het wel…?!” van dr. M. J. Kater een aanrader. Dr. Kater, predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken en docent apologetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, heeft een duidelijk en eenvoudig boek geschreven waarin de lezer wordt geholpen om aan anderen uit te leggen wie Jezus is.
Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat in op allerlei kritische gedachten over Jezus die kunnen leven bij de moderne, relativerende mens. Het tweede deel gaat over Schriftgegevens die duidelijk maken wie Jezus voor verloren zondaren is.
Kennisbron
Onomwonden stelt dr. Kater dat de Bijbel de kennisbron is voor christenen. Het is terecht dat de schrijver in het eerste deel van het boek de vraag onder ogen ziet of het Nieuwe Testament wel betrouwbare informatie geeft over Jezus. Terecht, omdat veel jongeren (en ouderen) met deze vraag zitten. Het is ook moedig, want deze vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden. Dr. Kater laat uitkomen dat twijfel aan de betrouwbaarheid van de Schrift geen optie is. Relativisme is ook niet nodig.
Het spreekt vanzelf dat iedere lezer een eigen ‘leesbril’ heeft. Het hanteren van vooronderstellingen is geen probleem zolang deze in overeenstemming zijn met de bronnen die we bestuderen. „Je kunt vanuit de onmogelijkheid van onbevooroordeelde kennis niet de conclusie trekken dat alle kennis slechts relatief is”, zo betoogt de schrijver verderop in het boek.
Wie Schrift met Schrift vergelijkt komt tot de conclusie dat Jezus ons daarin tegemoet treedt als Middelaar. Hij is God en mens tegelijk. Daar hebben andere religies geen oog voor.
De veronderstelling dat een Bijbeltekst op naam is gezet van een auteur zonder dat deze de werkelijke schrijver is (pseudo-epigrafie), is geen serieuze optie. Het is niet wetenschappelijk verantwoord noch wellevend om een tekst op deze manier te benaderen. Teksten komen tot leven via het zogenoemde ”kritische realisme”. We begrijpen de Bijbel als we de dialoog met de tekst aangaan. Dat wil zeggen als we de tekst goed lezen en de betekenis van de tekst echt proberen te vatten. Je gaat met je vragen naar de tekst terug. En als je dit samen met anderen doet, kom je nog dichter bij de echte betekenis. Zo krijgen we werkelijke kennis van de historie.
Apologetiek
Voor een werkelijk gereformeerd theoloog is dit te weinig. Gelukkig is het boek ook niet uit op pagina 69, er volgt een tweede deel. Daarin komt de heilsbetekenis van Christus naar voren.
Voor het goed verstaan van dit boek moeten we voortdurend bedenken dat het een apologetisch doel dient. De schrijver denkt mee met mensen die hun levensovertuiging en geloofsgoed inzichtelijk willen maken voor anderen. Men werpt christenen vaak voor de voeten dat de betekenis die zij aan Jezus geven, een zaak van geloof is. Met andere woorden, een ander kan dat allemaal anders opvatten, zelfs zó dat Jezus voor de ander wellicht geen betekenis heeft.
In dat kader passeren er ook allerlei visies op de dood van Jezus. Maar in het laatste hoofdstuk laat de auteur helder uitkomen dat het zien op Jezus alles te maken heeft met de verlichtende werking van de Heilige Geest.
Opbouw
De opbouw van het boek is opvallend. Eerst komt de rationele weerlegging van kritiek op Christus, dan volgt het positieve geloofsgetuigenis over de betekenis van Christus. Dat laat zien dat een eenzijdig rationele benadering van onze medemens op geloofszaken tekortschiet. We kunnen wel leemten in redeneringen aanwijzen en misverstanden opruimen, maar een getuigenis dat het hart raakt, vraagt meer dan een rationele aanpak. Tegelijkertijd laat deze tweedeling zien dat het heel lastig is om geloofsgetuigenis rationeel te verwoorden. Dr. Kater vlucht niet weg in een fideïstische apologetiek (waarin gesteld wordt dat de rede niet relevant is voor het geloof), noch blijft hij steken in een rationalistisch apologetiek. Je zou kunnen zeggen dat hier rationeel-bevindelijke apologetiek bedreven wordt. Dat is een begaanbare weg, omdat kritische vragen niet beantwoord worden met alleen een geloofsmatig antwoord. Christenen moeten ook in staat zijn hun levensovertuiging inzichtelijk te maken op intellectueel niveau. Hart en hoofd horen bij elkaar.
Handig is ook dat elk hoofdstuk afgesloten wordt met een samenvatting. Dat is bijzonder prettig, temeer daar er ook leestips opgenomen zijn. Het boek eindigt met passages uit de brieven van Rutherford. Het zou flauw zijn om op te merken dat een aantal zaken om verdere doordenking vraagt. Het is boek geschreven voor jonge mensen die met kritische vragen geconfronteerd worden. Het zal hen en anderen zeker helpen.
Boekgegevens
”Klopt het wel?! Over het hart van het christelijk geloof”, dr. M. J. Kater; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2012; ISBN 978 90 336 3221 1; 100 blz.; € 9,95.