Lakeman: Dijsselbloem greep te laat in bij SNS
DEN HAAG – Minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) had 4 maanden eerder moeten ingrijpen bij SNS Reaal. Dat stelde Pieter Lakeman van de Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (Sobi) vrijdag voor de Raad van State, waar hij optrad namens twee gedupeerde beleggers.
Volgens Lakeman, onder meer bekend van zijn rol bij de ondergang van DSB waar hij opriep tot een bankrun, had Dijsselbloem honderden, zo niet duizenden beleggers een flinke strop kunnen besparen. „Maar hij had er kennelijk geen trek in.” Zijn eigen cliënten kochten op 11 januari nog aandelen. „Niet op mijn advies overigens”, grapte Lakeman.
De nationalisatie was volgens Lakeman niet nodig. De overheid had het kapitaal van SNS ook zonder onteigening kunnen versterken, zei hij. De reden dat daarvoor niet is gekozen „zal wel van politieke aard zijn”.
Wettelijke basis
Voor belangrijke onderdelen van het besluit van Dijsselbloem om SNS Reaal te nationaliseren, bestond geen wettelijke basis. Dat stelde advocaat Pieter van der Korst vrijdag namens de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) tegenover de Raad van State.
Volgens Van der Korst is tot onteigening besloten op grond van de „betwistbare uitkomsten” van een onderzoek naar de omvang van de problemen bij de vastgoedtak van SNS. Hij noemde de nationalisatie „niet proportioneel” en stelde dat de minister niet alle andere mogelijkheden voldoende heeft onderzocht.
De advocaat van VEB beklaagde zich ook over de procedure. Hij stelde dat gedupeerde beleggers na het onteigeningsbesluit, precies 2 weken geleden, veel te weinig tijd hebben gekregen om hun verweer voor te bereiden. Zij hebben bovendien geen toegang gekregen tot alle relevante stukken. De Raad van State hoort vrijdag de bezwaren van enkele honderden partijen die beroep hebben aangetekend tegen het onteigeningsbesluit. De landsadvocaat zal namens de minister het besluit verdedigen. De VEB treedt naar eigen zeggen op namens meer dan 5300 gedupeerde beleggers. „Dat aantal groeit nog ieder uur”, aldus Van der Korst.
Geen noodzaak
Dijsselbloem is zijn boekje te buiten gegaan door ook de achtergestelde obligatiehouders van SNS Reaal te onteigenen. Dat betoogde advocaat ’t Hart vrijdag namens Hof Hoorneman Bankiers bij de Raad van State.
Volgens ’t Hart was de onteigening van de obligatiehouders niet nodig om de stabiliteit van het financiële stelsel te waarborgen. Aangezien een onteigening wettelijk gezien niet verder mag reiken dan nodig is, had de minister er volgens hem niet toe mogen besluiten. Het argument van Dijsselbloem dat de houders van achtergestelde obligaties bewust risico hebben genomen, is volgens ’t Hart niet relevant. „Er was geen noodzaak om ook de obligatiehouders te onteigenen. Het was hooguit politiek wenselijk, niet meer dan dat.”
De raadsman plaatste ook vraagtekens bij de rol van De Nederlandsche Bank (DNB). Die gaf SNS op 23 december toestemming om af te lossen op participatiecertificaten ter waarde van 116 miljoen euro. Onbegrijpelijk, gezien de grote zorgen die DNB een maand later bleek te hebben over de kapitaalpositie van SNS en die mede aanleiding gaven tot de nationalisatie, aldus ’t Hart.