Onderwijs & opvoeding

Kansrijk Wonen helpt jongere in knelsituatie op weg

De één had geen vaste woon- of verblijfplaats, de ander liep het rísico op straat te belanden. Kansrijk Wonen biedt jongeren in knelsituaties een jaar onderdak en begeleiding. In een rijtjeshuis in een doorsneewoonwijk groeien ze toe naar een zelfstandig bestaan.

Michiel Bakker

11 February 2013 18:55Gewijzigd op 15 November 2020 01:53
Roy, Roel Vonk, Kristy en William Bogerd (v.l.n.r.) in een huis van Kansrijk Wonen. Foto RD, Henk Visscher
Roy, Roel Vonk, Kristy en William Bogerd (v.l.n.r.) in een huis van Kansrijk Wonen. Foto RD, Henk Visscher

De geur van een pittige saus dringt vanuit de keuken door in de opgeruimde woonkamer. Kristy (19) en Roy (24) bereiden vanwege het bezoek van de verslaggever samen een maaltijd. Ze wonen elk in een huis van Kansrijk Wonen in Harderwijk, een project dat in maart 2011 van start ging en vanuit het Evangelisch Begeleidingcentrum (EBC) wordt ondersteund (zie kader). Roy verblijft op de locatie die zich richt op ex-dakloze jongeren; Kristy heeft een kamer op het adres waar jongvolwassenen met uiteenlopende achtergronden vaardigheden leren om na verloop van tijd zelfstandig te kunnen wonen.

Relaxt vertelt Roy –zwarte pet op z’n hoofd– hoe hij bij Kansrijk Wonen terechtkwam. Opgegroeid op de Veluwe, raakt hij als tiener verzeild in een wereld van drugs en criminaliteit. Zijn opleiding detailhandel loopt spaak als de politie hem oppakt en hij achter de tralies belandt. Na negen maanden detentie krijgt hij een plek in een instelling voor jongeren in Nijmegen, waar 24 uur per dag toezicht en begeleiding is. Hij houdt zich er onder meer bezig met tuinonderhoud en schilderwerk.

Het verblijf in de instelling bevalt Roy niet. „Het voelde alsof ik nog steeds in de gevangenis zat, al had ik iets meer vrijheid. Ik had moeite met het accepteren van gezag, want ik zag dat de leiding zelf ook fouten maakte, en verzette me tegen de regels. Na vier maanden werd ik eruit gegooid en stond ik op straat. Ik ging terug naar de Veluwe, want ik dacht: Wanneer ik in Nijmegen als dakloze moet overleven, ga ik het niet redden.”

Een aantal maanden pendelt Roy op en neer tussen familie en vrienden, totdat hij een plek krijgt in de crisisopvang van IrisZorg in Nunspeet. „Achteraf kan ik me wel voor m’n hoofd slaan dat ik het zo ver heb laten komen dat ik weg moest uit Nijmegen. Anders had ik nu eigen woonruimte kunnen hebben. Doordat ik op straat belandde, kon ik helemaal opnieuw beginnen.”

Schulden

Vanuit de crisisopvang vindt Roy via een uitzendbureau een baantje. „Ik wilde zo snel mogelijk weg uit de opvang, maar zonder financiële bodem kun je niets beginnen. Ik was er alleen nog niet aan toe om te werken. Na een maand ging het niet meer. M’n leven stond nog niet goed op de rails. Daar moest ik eerst mee aan de slag.”

In de zomer van 2012 krijgt Roy een plek bij Kansrijk Wonen. Samen met twee lotgenoten en een hoofdbewoner deelt hij een rijtjeshuis. Geregeld heeft hij contact met een persoonlijke coach –een vrijwilliger–, met wie hij zaken kan bespreken waar hij in het dagelijkse leven tegenaan loopt. Intussen volgt hij diverse trajecten om uiteenlopende problemen het hoofd te bieden. Zo is hij in behandeling bij een psycholoog. „Ik ben behoorlijk druk in m’n hoofd. Het is net of er continu een sneltrein doorheen gaat met foto’s en filmpjes uit mijn leven. Dankzij de therapie krijg ik wat meer rust.”

Andere aandachtsgebieden voor Roy zijn het schoonhouden van het huis, het aflossen van oude schulden en het beheren van zijn financiën. Voor dat laatste volgde hij op eigen initiatief een budgetteringscursus. In zijn vrije tijd sleutelt hij aan zijn scooter. Ook biedt hij zijn ouders, die beiden met rugklachten kampen, geregeld de helpende hand. „Ik doe boodschappen voor hen, in de zomer houd ik hun tuin bij en binnenkort ga ik het huis voor hen schilderen. Zo vul ik mijn dagen.”

Gaandeweg ontstaat er bij Roy ruimte om weer aan een baan te denken, maar hij wil niet overhaast aan de slag gaan. „Bij Stichting Grip (organisatie voor ervaringsgerichte zorg, MB) heb ik een keer een training gevolgd met paarden. Toen merkte ik dat m’n hoofd in één keer leeg was. Het zou leuk zijn als ik daar zou kunnen werken. Een baan en een eigen appartement, dat is m’n uiteindelijk doel. Daar werk ik stap voor stap naartoe.”

Hoofdbewoner

William Bogerd (28) is hoofdbewoner in het huis waar Roy woont. Hij is derdejaarsstudent maatschappelijk werk en dienstverlening op de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle. Toen hij in het tweede jaar op zoek ging naar een stageplaats, kwam hij met het EBC in contact. Hij loopt nu stage op onder meer een locatie voor begeleid zelfstandig wonen van deze instelling in ’t Harde.

Tijdens zijn contacten met het EBC kreeg William de vraag of hij, naast zijn stage, hoofdbewoner in een nieuw huis van Kansrijk Wonen in Harderwijk wilde worden. „Daar moest ik een paar weken goed over nadenken. Ik zat op kamers in Zwolle, waar mijn vriendin ook woont. Met de kerk en een Bijbelstudiegroep daar had ik goede contacten. Maar ik heb het als leiding van God gezien dat deze vraag op m’n weg kwam en besloot erop in te gaan. Ik zag het ook wel als een uitdaging.”

De hoofdbewoner deelt het huis met drie jongens. Hij bewaakt de sfeer in huis, is aanspreekpunt voor de buurt en belegt eens in de drie weken een huisvergadering, waarin hij met zijn medebewoners de gang van zaken bespreekt. Daarbij is ook coördinator Roel Vonk van het EBC aanwezig, op wie William tussentijds zo nodig kan terugvallen.

Het duurde een paar maanden voordat William zijn draai gevonden had in z’n nieuwe woonomgeving. „Ik leverde een deel van m’n vrijheid en privacy in. Op mijn vorige adres kon een vriend rustig een keer onverwachts blijven slapen. Hier moet ik dat eerst met de anderen overleggen; dat is een van de huisregels. Als hoofdbewoner voel ik bovendien een extra verantwoordelijkheid. Het gedrag van een van de vorige bewoners riep bij de anderen geregeld irritaties op. Daar moet je mee leren omgaan.”

Soms ontstaan er onverwachtse situaties. Zo kreeg een van de bewoners bericht van een deurwaarder dat „zijn huis” enkele dagen later zou worden leeggehaald. „Terwijl hij maar één kamer had en de meeste spullen in huis helemaal niet van hem waren. Ik heb meteen contact opgenomen met Roel en gelukkig liep het uiteindelijk met een sisser af.”

Marine

Op weg naar een zelfstandig bestaan kwam ook Kristy –blond opgestoken haar, vrolijke oorbellen– in april bij Kansrijk Wonen terecht, nadat ze tijdelijk bij haar oma had gewoond. Ze heeft „genoeg meegemaakt”, maar wil daarover niet uitweiden. De mbo-studente veiligheid en vakmanschap kijkt nu vooral vooruit. Ze droomt van een baan bij de marine. „Toen ik twaalf was, leek me dat al stoer. Vorig jaar ben ik ervoor afgekeurd. Dat was flink balen, maar ik mag het dit jaar opnieuw proberen.”

Bij Kansrijk Wonen leert Kristy haar financiën te beheren. Ook volgt ze een loopbaantraining en een kookcursus. Lachend: „Als ik met olie, boter en vuur in aanraking komt, gaat het niet goed. Als de boel weer eens aanbrandt, gooi ik het in de container en pak ik een boterham. Door de kooklessen leer ik wat gerechten klaar te maken.”

Het was voor Kristy wel even wennen om met onbekenden in één huis te gaan wonen. „Iedereen is anders opgevoed en maakt bijvoorbeeld op z’n eigen manier schoon. Maar daar leer je wel mee omgaan. We hebben hier een keer een week vette spanning gehad, maar daarna hebben we het uitgepraat. That’s it. Het is nergens volmaakt”, zegt Kristy nuchter.

Ze ziet er niet meer tegenop zelfstandig te gaan wonen, met eventueel nog een vorm van begeleiding, en is op zoek naar woonruimte. „Het is niet opschepperig bedoeld, maar ik heb alles nu zo’n beetje op de rit. Alleen moet ik niet alles in één keer willen. Mijn toekomstideaal? In december alsnog een plek krijgen bij de marine en gelukkig worden.”


Kansrijk Wonen

Kleinschalige woonvormen voor jongeren in een knelsituatie, die voornamelijk worden begeleid door vrijwilligers, met op de achtergrond een professionele hulpverlener. Dat is kort gezegd het concept van Kansrijk Wonen, dat werd bedacht door een Nunspeetse straathoekwerker. Bij de uitvoering werken diverse instellingen samen, waaronder het Evangelisch Begeleidingscentrum (EBC) in ’t Harde, gemeenten en woningcorporaties.

Maatschappelijk werker Roel Vonk is een van de coördinatoren bij het EBC. Hij vertelt dat het eerste huis in maart 2011 in Harderwijk werd geopend, ruim een jaar later gevolgd door een tweede woning in die stad. Ook in Nunspeet heeft Kansrijk Wonen inmiddels twee huizen. Binnenkort komt er een vijfde woning bij, in Oldebroek. Momenteel is het EBC volop bezig het concept breder in de markt te zetten.

Elk huis biedt onderdak aan twee tot vijf jongeren tot 25 jaar én een hoofdbewoner –vaak een student– die als stabiele factor aanwezig is en onder meer het contact met de buurt coördineert. Vonk: „We proberen de wijk waarin een huis staat nadrukkelijk bij het project te betrekken, door de inzet van vrijwilligers, maar ook door jaarlijks een barbecue en een nieuwjaarsborrel voor de buurt te organiseren. Inmiddels zijn er rond alle huizen goede contacten ontstaan. Een van de jongeren past bijvoorbeeld regelmatig op bij de overburen. Een ander vond met hulp van een buurman een baan.”

Uitgangspunt is dat de jongeren gedurende een jaar worden voorbereid op een zelfstandig bestaan. In de meeste gevallen lukt dat. „Soms blijkt echter gaandeweg dat iemand meer begeleiding nodig heeft en daarom doorstroomt naar een andere vorm van opvang. Of een jongere kiest er zelf voor tussentijds te vertrekken. Een van de jongens besloot na een kleine vijf maanden antikraak te gaan wonen. Dat was niet de insteek, maar zo’n keuze kan iemand maken. Gelukkig komt dat niet vaak voor.”

www.kansrijk-wonen.nl
www.ebczorg.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer