Opinie

Christelijk geloof heeft hoofd- en bijzaken

Kan het christelijk geloof wel waar zijn als christenen het over zo veel dingen niet met elkaar eens zijn?

Prof. dr. J. Hoek
9 February 2013 09:14Gewijzigd op 15 November 2020 01:51
Prof. dr. J. Hoek  Foto RD
Prof. dr. J. Hoek Foto RD

De verdeeldheid onder christenen is een grote hinderpaal voor een wervend getuigenis van het Evangelie in de wereld van vandaag. Te midden van de grote verscheidenheid aan religies voert het christelijk geloof de pretentie uniek te zijn. Als een buitenstaander wordt uitgenodigd te kiezen voor het christelijk geloof, wordt er een grote stap van hem of haar gevraagd. Waarom zou nu net die ene optie, het christendom, de enige ware zijn?

Die stap zou minder moeilijk zijn wanneer het christendom een helder en eenduidig profiel vertoonde. In werkelijkheid is er echter een grote bandbreedte in wat zich wereldwijd, maar ook alleen al in Nederland, als christendom aandient. Wanneer de christenen onder elkaar het kennelijk zo weinig eens kunnen worden, hoe kan dan toch worden volgehouden dat ze samen de ene ware religie hebben? Als ik moet kiezen voor het christendom, waar kies ik dan voor?

Nu verdient niet alles wat zich als ”christelijk” aandient, ook die naam. Maar ook als we uitgaan van hartelijke aanvaarding van het gezag van de Schrift en van de Twaalf Artikelen is er nog een enorme verscheidenheid.

Stel er vindt ergens een vergadering plaats van vijftig mensen uit de hele wereld die zich tot verschillende religies of ook tot het atheïsme bekennen. Onder hen bevindt zich een vijftal christenen van diverse pluimage. Aan hen wordt op een goed moment de vraag gesteld waarom ze christen zijn en niet bijvoorbeeld moslim of atheïst. Dan moet dat vijftal toch een gemeenschappelijk antwoord kunnen geven dat voor de overige 45 aanwezigen helder en herkenbaar is?

Nu is dit een fictieve situatie, maar is de werkelijkheid niet deze dat we inderdaad als christenen tegenover alle niet-christenen een kernachtige verwoording zouden moeten kunnen leveren van wat ons nu als christenen van alle anderen onderscheidt? Moeten we daarover niet nadenken met elkaar ten dienste van een eenparig christelijk getuigenis in een grotendeels niet-christelijke wereld? Of toegespitst op kleine schaal: in het gesprek met de geïnteresseerde zoeker moeten we toch kunnen aangeven wat de eerste en tegelijkertijd beslissende stap is om christen te worden?

Geen eenvormigheid

Niet alle geloofsovertuigingen hebben dus gelijk gewicht. Wanneer we alles wat we belijden even wezenlijk achten, worden we algauw onverdraagzaam jegens andere christenen. We kunnen hen niet als broeders en zusters erkennen omdat ze anders denken over bijvoorbeeld het ambt, het verbond, de doop, het avondmaal, de liturgie, de heilsorde enzovoorts. We maken voor de belangstellende buitenstaander de toegang tot de christelijke kerk dan extra moeilijk. Zo iemand raakt in verwarring vanwege al die afzonderlijke leerstellingen die de christenen die hij ontmoet blijkbaar allemaal even belangrijk achten. Wat is nu het hart van het christelijk geloof? Wil de echte christen opstaan?

Het is naar mijn overtuiging nodig helder aan te geven dat er hoofd- en bijzaken zijn in het christelijk geloof. Twijfel over bijzaken hoeft zekerheid over hoofdzaken nog niet in de weg te staan. Evenmin behoeft verschil van mening over bijzaken de eenheid in de kernzaken te frustreren. Het is van groot belang om duidelijk en kernachtig aan te geven wat ons als christenen verbindt en waarin wij één zijn, zonder dat we het over alles eens zijn.

Als mensen onderweg kennen en profeteren wij ten dele. Daarom dienen we naast de eenheid in kernzaken de vrijheid in minder centrale zaken van harte te erkennen. We moeten de eenheid niet zoeken in uniformiteit, in eenvormigheid. Het is niet zo dat we iemand pas al christen kunnen erkennen wanneer hij of zij de voorkeur heeft voor dezelfde Bijbelvertaling of dezelfde liederen of dezelfde muziekinstrumenten.

Het is juist een uitdaging om de eenheid te beleven te midden van verscheidenheid. Leerzaam in dit verband is 1 Korinthe 9:19-23. Paulus verklaart daar dat hij de Joden geworden is als een Jood, opdat hij de Joden zou winnen. Maar hun die zonder de wet zijn, de heidenen, is hij geworden als zonder de wet, opdat hij ook hen zou winnen. Allen is hij alles geworden, opdat hij enigen zou winnen.

Wie op grond van deze uitspraken zou durven beweren dat Paulus karakterloos met alle winden meewaaide, geeft er blijk van er niets van begrepen te hebben. Paulus stond juist pal voor de kern van het Evangelie. Hij wilde beslist niet weten van aanpassing van de boodschap aan de smaak of het gevoel van de hoorders. Hij haalde de scherpe kanten er niet van af. Waar gaat het dan wél om? Om het vurige verlangen mensen te winnen, ”zielen te winnen voor het Lam”.

Onversneden christendom

Soepelheid in de wijze waarop de boodschap gebracht wordt in verschillende omgevingen en situaties moet gepaard gaan met een helder zicht op en vastberaden trouw aan de kern van de boodschap. Paulus kroop in de huid van Joden en Grieken om hun van binnenuit het Evangelie te verkondigen. Dat verdraagt zich niet met het benadrukken van de kleinste verschilpunten en bekvechten over bijkomstigheden. Zo zien we in het Nieuwe Testament in de vertolking van het ene onvervalste Evangelie grote verscheidenheid.

Vanuit de gemeenschappelijke betrokkenheid op de kern van de zaak, liever gezegd vanuit de band aan Christus Zelf, komt er ruimte om verscheidenheid te aanvaarden. Daarbij onderscheiden we Gods ene Traditie van onze vele tradities, het absoluut onopgeefbare van het cultureel bepaalde.

De Traditie met een hoofdletter vinden we bijvoorbeeld in 1 Kor. 15:1-4. Het gaat om de heilsfeiten, de grote werken van God, die in de katholieke christelijke kerk altijd geloofd en beleden zijn. Het komt aan op de liefde tot God bovenal en tot de naaste als onszelf. Calvijn noemt als kernen van belijden: dat er één God is, dat Christus Gods Zoon is, dat onze zaligheid gelegen is in Gods barmhartigheid. Dit Evangelie van Gods genade overstijgt culturen en kan overgedragen worden in verschillende culturen en contexten. Laten we bidden om te mogen onderscheiden waar het op aan komt, zodat we kunnen verwoorden wat –om met C. S. Lewis te spreken– ”mere christianity”, onversneden christendom, is.

Prof. dr. J. Hoek, bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit.Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl

Verder lezen over dit onderwerp

J.M.R. Diermanse, De fundamentele en niet- fundamentele geloofsartikelen in de theologische discussie, Wever- Franeker, 1974

J.M.R. Diermanse, Het fundamentele en het fundament. Over de kern van de christelijke leer, Wever- Franeker, 1978

W.Nijnehuis, Calvinus Oecumenicus. Calvijn en de eenheid der kerk in het licht van zijn briefwisseling, ‘s- Gravenhage 1959

De aangehaalde woorden van Calvijn zijn te vinden in de Institutie, IV.1.12.

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer