Besturenraad: Keuze pc-school vaak op gevoel
WOERDEN – Moeders kiezen een basisschool voor hun kind vooral op basis van hun intuïtie. Bij protestants-christelijke scholen speelt de identiteit voor ouders doorgaans een rol, maar heeft deze niet altijd het meeste gewicht.
Dat blijkt uit een onderzoek naar schoolkeuzemotieven dat de Besturenraad vrijdagmorgen heeft gepresenteerd. Het werd uitgevoerd door hogeschool Inholland en de Vrije Universiteit. Voor het rapport ”Als het goed voelt…” werd met 36 moeders en 4 vaders gesproken. Hun kinderen zitten op zeven verschillende scholen. Er komt een vervolgonderzoek naar de beweegredenen van vaders om voor een bepaalde school te kiezen.
De moeders noemen de reisafstand en schoolscores als motieven, maar kunnen hun keuze uiteindelijk niet helemaal beredeneren. Het gevoel blijkt doorslaggevend. „Als het goed voelt, waarom zou je dan verder kijken?” zegt een van hen. Dat intuïtieve aspect heeft in ander onderzoek in Europa weinig aandacht gekregen, stellen de onderzoekers van Inholland en de VU.
Alle geïnterviewde ouders waarderen het christelijke in de identiteit van de school. Ze zien dat als een aspect van de kwaliteit van het onderwijs. De motivatie om een christelijke school te kiezen, varieert van een kennismaking met de christelijke traditie in het verlengde van thuis of als aanvulling op thuis tot kennisname van die traditie omdat die behoort tot de Nederlandse cultuur.
Dat laatste argument werd door enkele islamitische moeders genoemd. Een van hen vond het „belangrijk dat op de school van haar keuze kinderen zitten waar thuis ook wat aan het geloof gedaan wordt.”
Ouders leggen een relatie tussen de christelijke identiteit van de school en hun motivatie in schoolkeuze wanneer ze spreken over het vertrouwde van een christelijke school, omdat ze vroeger zelf naar zo’n school zijn gegaan (”nestgeur”). Datzelfde gebeurt wanneer ze vertellen dat ze het belangrijk vinden dat onderwijs en opvoeding thuis en op school in elkaars verlengde liggen en dat ze hechten aan de gehanteerde regels.
Volgens de Besturenraad onderstreept dit onderzoek de uitdaging voor christelijke basisscholen om vanaf het eerste contact met ouders te laten zien hoe de christelijke identiteit in de praktijk tot uiting komt. „Dit onderzoek laat zien dat ouders dan een klik met de school willen ervaren.”
De onderzoekers hebben volgens de Besturenraad „niet gekozen voor het zoveelste onderzoek dat ‘ranglijsten’ oplevert van criteria die ouders aanleggen, maar voor een kwalitatieve benadering die inzicht geeft in het intuïtieve proces dat schoolkeuze is. Op zeven christelijke basisscholen in verschillende contexten hebben zij diepgaande focusgroepinterviews gehouden.”
De eerste ontvangst op school, gesprekken met andere ouders en een indruk van de gang van zaken op het schoolplein blijken doorslaggevend. Bij het inwinnen van informatie blijkt de mening van bekenden belangrijker te zijn dan informatie in officiële documenten zoals de schoolgids.
De meeste ouders keken met de ogen van het jonge kind naar de school. Hun kind moet het fijn vinden naar school te gaan, moet alle aandacht krijgen, moet leren respectvol met anderen om te gaan, en moet worden voorbereid op later.
De meeste ondervraagde moeders gaven aan dat ze niet naar de Cito-score van een school keken bij het maken van een keuze. Ze keken vooral naar de persoonlijke ontwikkeling van hun kind.