Dit blijkt uit het rapport ”Compass Eastwards” van de brancheorganisatie Nederland Distributieland (NDL). Als Nederland zijn positie als ”poort van Europa” in de toekomst wil behouden, moet het juist rekening houden met toenemende concurrentie van buurlanden in West-Europa. Nederland Distributieland is van mening dat het daarom zaak is om voortvarend aan de logistieke concurrentiepositie te blijven werken.

NDL constateert in het rapport dat, ondanks de lage arbeids- en vestigingskosten, de vestiging van een Europees distributiecentrum (EDC) in Oost-Europa voor veel bedrijven niet interessant is. De eerste reden is dat de markten met de grootste koopkracht nog steeds in West-Europa liggen.

Ten tweede zijn de totale logistieke kosten voor een EDC-vestiging in Oost-Europa aanmerkelijk hoger dan voor een EDC in West-Europa. Zo nemen bijvoorbeeld de betrouwbaarheid en de service rond het transport op de lange afstand tussen Oost- en West-Europa af. De hogere transportkosten en het lagere serviceniveau worden vaak niet gecompenseerd door de lagere arbeids- en vestigingsplaatskosten in Oost-Europa.

Een derde factor die meespeelt in de keuze voor een vestigingslocatie is dat de kostenvoordelen in Oost-Europa slechts relatief zijn. De productielocaties met daadwerkelijk lage kosten liggen verder weg, vooral in China. Als deze producten vervolgens in Europa worden gedistribueerd, is het vanuit het oogpunt van kosten en service aantrekkelijk om voor een West-Europese locatie voor het EDC te kiezen. De verwachting is dat de verplaatsing van productie naar de echte lagelonenlanden een ontwikkeling is die door zal zetten. Hiermee is een EDC in Oost-Europa ook op de langere termijn niet interessant.