Mannen moeten af en toe onder elkaar zijn
Dit stukje is niet bedoeld voor vrouwen. Dus als u tot deze kunne behoort, wordt u geacht nu door te klikken naar iets anders. Ik wil namelijk iets bespreken waar we u even niet bij nodig hebben.
Mannen, ik verbaas me erover dat wij maar zo beperkt over onze mannelijkheid spreken. We ontmoeten elkaar veelvuldig, op het werk of in de kerk. We bespreken allerhande bezigheden en kunnen uren opgaan in kleine en grote zaken over de toekomst van ons bedrijf. Of over meer betrokkenheid op de vereniging. Of opgaan in zorgen die we hebben voor de toekomst van de gemeente. Nee, mannen onder elkaar spreken echt niet alleen over vrouwen en auto’s. Wij niet.
Nee, niet doorlezen. Ik zei toch: mannen onder elkaar. Laat ons nu even. Even maar.
Wij mannen spreken makkelijker over zaken dan over onszelf. Dat vinden we ook belangrijker. Als we al praten, gaat dat makkelijker als onderbreking van een doe-activiteit. We openen ons hart makkelijker bij het ontknopen van een tros tijdens een zeiltocht. Of leggen onze zwaktes bloot terwijl we het vlees op de barbecue omkeren. En dan moet je nog snel zijn, want voor je het weet ligt de aandacht weer volledig bij de halfgare biefstuk. Want eigenlijk kunnen we maar één ding tegelijk.
Wat had ik gevraagd? Nee, niet alle letters zijn bedoeld voor alle lezers. Leest u Puntuit ook helemaal? Of de beurskoersen?
Trouwens, over onze zwaktes spreken we eigenlijk niet. Zeker niet als er vrouwen bij zijn. Of mannen die we maar beperkt kennen en met wie we in een soort van competitie zijn. Als man moet je immers de beste zijn, de sterkste, de slimste. En als getrouwde christenman ook nog eens profeet, priester en koning in je gezin. Je vrouw verwacht terecht een leidende rol. En dat gaat niet alleen om het leiden van de kliko.
Ik ben gezegend met een vriendengroep die ontstond in mijn geboortedorp en waarin de banden tot op de dag van vandaag zeer nauw zijn. Als het gaat over ‘de groep’ weet iedereen genoeg. De geslachten zijn ongeveer gelijk verdeeld. Tijdens de groepsavonden ontstond halverwege de zaterdagavond een scheiding van de kunnes. De mannen gingen, al dan niet genietend van enig rooksel, tafeltennissen in de schuur. De vrouwen kletsten voort.
Voor de (jonge) man was dit deel van de avond bijzonder belangrijk. Dan was je even als mannen onder elkaar. De vrouwen vonden het maar onzin. En dan niet alleen dat roken. Want je bent toch als groep bij elkaar, en dat is het toch juist goed en gezellig dat mannen en vrouwen aanwezig zijn?
Toch raakt dit in mijn beleving juist een van de kernpunten van het man-zijn. Wij mannen hebben het af en toe hard nodig om als mannen onderling te kunnen optrekken. Vroeger, of misschien ook vandaag de dag, deden we dat door te gaan jagen. Of te gaan vissen. En daarbij stortten we bij elkaar ons hart uit. Volledig vertrouwelijk. Over de omgang met onze vrouw. Over de vragen van het vrijgezellenbestaan. Over de zorg voor onze opgroeiende puber. Over de strijd die gevoerd moet worden tegen de verleiding van bloot en vunzigheid. Want vrouwen snappen dat niet.
Vandaag de dag moeten mannen en vrouwen alles samen doen. De man moet mee gaan winkelen. De vrouw moet zich interesseren voor de door de man gestuurde tweets. Alsof dat het ideale huwelijk is.
Juist christenmannen moeten ruimte en tijd vrijmaken om elkaar te ontmoeten. Om, al dan niet bij de barbecue, ervaringen uit te wisselen over het moeten en mogen zijn van priester, profeet en koning. De worstelingen en vragen daarbij. Om elkaar de zonden te belijden. Bij te staan in het strijden. Ik durf de stelling wel aan dat mannenavonden huwelijken kunnen redden. Want we moeten maar eens af van het idee dat man en vrouw alles gezellig samen moeten doen en dat alles altijd leuk moet zijn.
Het feit dat u, vrouw, dit leest, bewijst mijn gelijk. U wilt graag weten hoe mannen denken. Af en toe moeten mannen echter onder elkaar zijn. Als u accepteert dat u daar niet bij nodig bent, komen we samen een stuk verder.
De auteur is gezondheidswetenschapper. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl