Opinie

Kwaliteit onderwijs meer dan prestatie

Kwaliteit is meer dan prestatie. Vorming is een essentieel onderdeel van de kwaliteit van het onderwijs, stelt drs. W. J. de Potter.

Drs. W. J. de Potter
4 February 2013 07:27Gewijzigd op 15 November 2020 01:44
„Volgende week buigen vele duizenden kinderen uit groep 8 van de basisschool zich over de Cito-toets. Ouders lijken steeds meer waarde te hechten aan de uitslag van deze toets.” RD, Anton Dommerholt
„Volgende week buigen vele duizenden kinderen uit groep 8 van de basisschool zich over de Cito-toets. Ouders lijken steeds meer waarde te hechten aan de uitslag van deze toets.” RD, Anton Dommerholt

De Cito-toets komt er weer aan. Volgende week buigen vele duizenden kinderen uit groep 8 van de basisschool zich over de toets. Een toets die steeds belangrijker lijkt te worden. Ieder jaar is er meer media aandacht voor. Ook ouders lijken steeds meer waarde te hechten aan de uitslag van deze toets.

Het voortgezet onderwijs kent de Centrale Examinering aan het eind en tussentijds de Cito Voortgangstoetsen. In het middelbaar beroepsonderwijs kende men tot voor kort alleen de schoolexamens, maar ook daar wordt Centrale Examinering ingevoerd. Immers: weten is meten, leren is presteren.

Toetsen meten de prestaties van de leerling, maar zijn ook steeds meer een graadmeter voor de kwaliteit van het onderwijs. Aan de hand van de toetsresultaten worden lijstjes opgesteld van scholen: de beste scholen, maar ook de minder goede scholen. Ook de reformatorische scholen staan op de lijstjes. Deze scholen zijn het aan hun stand verplicht om kwalitatief goed onderwijs te leveren en dan moet je dus niet onder aan zo’n lijstje bungelen.

De sleutel die scholen hiervoor in handen hebben is opbrengstgericht werken. Opbrengstgericht werken betekent in de praktijk vaak dat een school systematisch en doelgericht werkt aan het verhogen van de leerprestaties van de kinderen en de effectiviteit van het onderwijs. De school stelt doelen voor de leerprestaties, richt het onderwijsprogramma en -proces daarop in, meet de opbrengsten, analyseert en interpreteert de gegevens en stelt afhankelijk van de resultaten het onderwijsprogramma bij. Iedere leraar die zijn vak serieus neemt werkt aan de kwaliteit van zijn lessen en dus ook aan goede opbrengsten. Opbrengstgericht werken is dus belangrijk!

Maar het werk van de leraar is meer dan een samenvatting in één kengetal. Gelukkig, want het onderwijs is geen fabriek. Het leerresultaat van een kind of jongere omvat ook meer dan een enkele (Cito)score. Bovendien, hoe belangrijk resultaten ook zijn, niet alles is meetbaar. Zo is de toerustende en vormende taak van het onderwijs nauwelijks in cijfers te vatten.

Onderwijskwaliteit is ook veel meer dan een positie op een op prestaties gebaseerd lijstje. De zwakte van zo’n lijstje begint al met het feit dat intelligentie meer is dan analytische intelligentie. Naast de analytische intelligentie bestaan er ook sociale en praktische intelligentie. De psycholoog Gartner onderscheidt zelfs acht verschillende soorten intelligenties. Het zijn dus niet alleen de vwo-kinderen die intelligent zijn, ook vmbo’ers kunnen bijzonder intelligent zijn, alleen op een andere manier.

Het zijn overigens niet alleen de intelligenties en de capaciteiten die onze aandacht moeten vragen, maar ook de zwaktes, de gebreken. Ieder mens is een schepsel van God. Wie zijn wij dan om soms zo denigrerend te (dis)kwalificeren?

Kwaliteit is meer dan prestatie. Vorming is een essentieel onderdeel van de kwaliteit van het onderwijs, zeker van het reformatorisch onderwijs. Vorming is overigens ook gewoon een wettelijke onderwijstaak, alleen niet of nauwelijks meetbaar. Er zijn geen ”vormingslijstjes”, terwijl die lijstjes voor de reformatorische ouders het interessantst zouden moeten zijn.

Vorming vindt vooral plaats in de wisselwerking tussen de leraar en de leerling. Een leraar die in staat is om de atmosfeer te creëren waarin leerlingen vragen stellen, uitgedaagd worden, verbeeldingskracht ontwikkelen, initiatieven gaan nemen en relativeringsvermogen krijgen. Een leraar die geworteld is in de Bijbelse levensbeschouwing en van daaruit de leerlingen houvast biedt.

Scholen moeten kwaliteit leveren. Reformatorische scholen moeten dat zeker doen. Onze identiteit vereist een hoge kwalitatieve standaard. Bovendien: als je als school goede kwaliteit levert, staat de inspectie op afstand en heb je als school meer ruimte om het onderwijs goed en vooral Bijbels in te vullen.

Natuurlijk gaat die invulling ook over cognitieve prestaties, maar gelukkig is er heel wat meer. Dat maakt het onderwijs leuker, waardevoller en ook waardenvoller. Dat geeft de leraar meer voldoening in zijn belangrijke werk. Dan krijgen de leerlingen op school veel meer mee dan gemeten wordt door de inspectie en de onderwijslijstjes. Dan is het niet meer zo belangrijk of het kind vwo- of vmbo-onderwijs volgt. Dan zijn goede prestaties niet het doel, maar een resultaat.

Het echte doel voor de reformatorische school is dan, zoals ds. M. Golverdingen vele jaren geleden heeft gedefinieerd, „onderwijs dat in de afhankelijkheid van de zegen van de Heere bijdraagt tot de vorming van de leerling tot een zelfstandige, God naar Zijn Woord dienende persoonlijkheid, geschikt en bereid om de ontvangen gaven te besteden tot Zijn eer en tot welzijn van het gezin, de kerk en de maatschappij.” Als dit gestalte krijgt in het onderwijs, zijn de reformatorische scholen de beste scholen voor onze kinderen. Niet omdat ze zo hoog op de lijstjes staan, maar omdat ze onze kinderen onderwijs geven, toerusten en vormen op grond van Gods Woord.

De auteur is voorzitter van het college van bestuur van het Hoornbeeck College en het Van Lodenstein College.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer