Bij mij zijn dat deze week katten.

Om te beginnen is er de kat van de buren, waar ik niets mee te maken heb en waar ik geen last van heb, maar waar ik af en toe toch het begin van een gedachte aan wijd. Zij zit achter het open bovenraam bij de buren, zet twee voorpootjes op de onderdorpel, gluurt onverstoorbaar bij mij naar binnen. Ze veert op zodra ze mijn hond naar z’n drinkbak ziet lopen. Ik hou mijn hart vast, vrees dat de kat een keer naar beneden kukelt. Soms, in de lente, als ze merels radeloos maakt, wens ik dat zelfs. Tot nu toe gebeurde het nooit.

’s Avonds ziet de hond haar ook. Zodra hij zijn plasje doet, duikt de kat steevast op – ze kijkt strak toe, of sprint met bolle rug richting een struik. Altijd, lijkt de boodschap van die kat. Ik ben er altijd!

Nu waren ze de afgelopen dagen ook officieel in het nieuws. Een Amerikaanse studie stelt dat katten massamoordenaars zijn. Ze doden jaarlijks miljarden dieren: vogels, muizen, eekhoorns, konijnen. Hou je kat binnen, en neem geen nieuwe meer, roept econoom en milieuman Gareth Morgan nu via de campagne ”Cat’s to Go”. Ik moest denken aan de vrouw van een vogelopvang die ik eens sprak en die het zo dubbel vond dat mensen gewonde vogeltjes bij haar brachten, maar intussen hun kat vrij spel gaven tussen vogelnestjes. Zit wat in, dacht ik voordat ik weer verder ging met nadenken over de koningin.

Daarna hoorde ik wat de 75-jarige Grietje Post uit Werkendam zei over het aftreden van Beatrix. Ze moest er bijna van huilen, zei ze in het programma Man bijt hond. De verslaggever vroeg wat zij Willem-Alexander zou aanraden. „Een dier”, zei Grietje Post. „Daar kan-de heel veel liefde van krijgen, echt, die halen-oe uit de put.” Over haar ronde tafel lopen soms wel vijf katten. Of ze de nieuwe koning een poes van haarzelf cadeau zou geven? „Nee”, antwoordde Grietje vastberaden. „Da’s onmogelijk.” Toch is zij de grootste Oranjefan aller tijden.

Wat is dat toch met katten, dacht ik.

Toen schreef de romanschrijver Gerbrand Bakker woensdag op zijn weblog ook nog eens over een kat. Hij was buiten om hout te halen: „Ik keek bij mezelf naar binnen, net zoals de kat van de buren regelmatig ’s avonds doet. Die gaat op de vensterbank zitten en gebruikt mijn keuken en mij als tv. Heel bedaard zit-ie daar, maar als ik het raam opendoe, vliegt hij weg.”

Klein nieuws is ánders groot.