Penningmeester gehoord in Lauta van Aysma-zaak
Voor de rechtbank te Utrecht is dinsdag voor de tweede keer voormalig penningmeester Chris van H. urenlang gehoord over het financiële debacle bij de stichting Freule Lauta van Aysma in Veenendaal.
Chris van H. legde aan rechter Dijksterhuis uit dat hij samen met adviseur K. in het belang van de stichting een lening had omgezet in een lening met een lagere rente. Wel moest hiervoor een boete worden betaald van 337.000 gulden. Dat deze lening direct kon worden opgenomen in tegenstelling tot de andere lening die pas opgenomen kon worden op de vervaldata van de aflossing, was niet relevant voor Van H.
Van H. verklaarde alleen maar het financiële voordeel van de stichting te hebben nagestreefd. Hij zag het als zijn plicht om als penningmeester een zo groot mogelijk rendement te behalen. Dit lukte in eerste instantie uitstekend met een koerswinst van 2,3 miljoen gulden die in 2000 werd behaald. In een later stadium kreeg de stichting echter een koersverlies van 1,9 miljoen gulden aan haar broek. Dat de penningmeester werkte met gelden die bestemd waren voor aflossing, was noch gemeld aan de gemeente Veenendaal, noch aan de centrale kerkenraad van de hervormde kerk, die de oprichter van de Freule-stichting is.
Adviseur K. en zijn jeugdvriend W. van de B. wisten echter een manier om een nog hoger rendement te verkrijgen en de administratieve rompslomp te verminderen. Om het geld los te krijgen, moest een boete worden betaald van 1,5 ton, maar die zou wel betaald worden door een BV van Van de B.
Juridisch advies over de bankgarantie van 10 miljoen euro won Van H. niet in omdat hij vertrouwde op de deskundigheid van K. „Mijn jeugdvriend vertrouw ik op dit terrein nog steeds voor 100 procent.”
Chris van H. zei tegen de rechter dat K. steeds heeft verteld dat de stichting geen enkel risico liep. Waar dat op papier staat, kon Van H. de rechter niet vertellen. Wel confronteerden de advocaten van de stichting Van H. met brieven uit Amerika waarop ook de handtekening van Van H. staat. Van H.: „Deze brieven zijn lijnrecht in strijd met de bedoelingen. Ik beweer niet dat ze vervalst zijn, maar ik zou de originelen wel willen zien.”
Op vele vragen, zoals over de risicovolle bankgarantie door de ING, moest Van H. het antwoord schuldig blijven.
Toen de bankgarantie vanuit Amerika werd opgevraagd, belde Van H. met adviseur K., die een advocaat inschakelde en een kort geding aanspande. Van H. lichtte pas na het verloren kort geding de voorzitter van de Freule-stichting in omdat hij er in eerste instantie vanuit ging dat het op een misverstand berustte. „Ik vertelde in mei 2002 dat het voor de aflossingsdatum wel rechtgetrokken zou zijn.”
Op dit moment is echter niets van de 10 miljoen euro getraceerd. Binnenkort gaat de rechter adviseur K. enkele vragen stellen.