Tijd voor een tuinman bij Drakensteyn
LAGE VUURSCHE – Het hele dorp wist het: de koningin komt een keer terug. Maar wanneer? Dit jaar dus. Ze is welkom in Lage Vuursche. „Ik gun Beatrix de rust in deze prachtige omgeving.”
Al zijn de bomen kaal, er is vanaf de weg weinig te zien van Drakensteyn. In 1981, kort nadat Beatrix aantrad als koningin, vertrok ze van hier naar Den Haag; 32 jaar later keert ze als inwoner terug in het idyllische Lage Vuursche.
Het karakteristieke ronde kasteel is de afgelopen jaren ingrijpend gerenoveerd. „Ik heb er heel wat bestelbusjes en werkmannen gezien”, zegt buurman Stanley Boersma van het aan de overkant gelegen Klein Drakenstein. „Ze zijn zeker tweeënhalf jaar bezig geweest.”
Wat hij van de komst van de koningin gaat merken? „Er komen nu al 1,5 miljoen bezoekers per jaar in Lage Vuursche, maar het zal nóg drukker worden.” Afgelopen jaren was de vorstin soms al zijn buurvrouw. „Ze kwam dan op donderdagavond of vrijdagmorgen en vertrok in de loop van de zondag. Haar aanwezigheid is altijd duidelijk merkbaar: er staan dan twee marechaussees op wacht. Het is overigens hoog tijd voor een tuinman bij Drakensteyn. Het hek zit onder het mos en het is een rommeltje bij de ingang.”
Pannenkoekenhuizen, restaurants, uitspanningen: Lage Vuursche leeft ervan. „Majesteit, we hebben altijd een kopje suiker te leen en kijken uit naar uw terugkeer”, laat uitbater ’t Jagershuis op een bord met krijtletters weten. Nico Engelander van De Bosrand rekent erop dat de koningin „een keer een kop koffie komt drinken.” Of hij zal schrikken als ze ineens voor hem staat? „Ik denk het wel; ik ken haar alleen van de tv.”
Twee dames slenteren door het dorp. Zijn ze bewust gekomen voor Drakensteyn? „We gaan er alleen kijken als onze wandelroute er langsloopt.” Ze steken de loftrompet over de koningin. „Een fantastisch mens, vakbekwaam, integer. Ze verdient het om te gaan genieten van de rust in deze mooie omgeving.”
Ook Monique uit buurdorp Soest en haar Brabantse vriend Arthur zijn aan de wandel. „Het is zo lekker tuttig hier”, verzucht zij. „Ik voel me thuis. Geen wonder. Ik ben opgegroeid met Paleis Soestdijk; heb zelfs met de drumband meegelopen in het defilé.” Hij, minzaam: „Ik heb niet zo veel met de koningin.” Haastig: „Maar goed dat we het Oranjehuis hebben. Beatrix heeft het professioneel gedaan.” Zij: „Claus was leuk. Met die stropdas; zo gewoon.”
Hoe de nieuwe koning het zal gaan doen? Arthur: „Géén idee.” Monique: „Máxima regelt de zaken, op de achtergrond. Toen de prins haar had gekozen, dacht ik: Slim.”
De 74-jarige De Vries uit Almere komt elke week in Lage Vuursche. „Poffertjes eten; zo lekker hier.” De middenstand gaat profiteren van de komst van de koningin, voorspelt hij. „Wat denk je van haar personeel? Toch snel 20, 25 mensen. Die moeten allemaal eten en drinken.”
Blikvanger van Lage Vuursche is het pittoreske kerkje. Het bevat nog steeds een koninginnebank. „Niet meer in gebruik”, reageert dorpsdominee G. H. Kruijmer. „Tot 1980 betaalde Beatrix er jaarlijks voor. Toen ze met haar gezin verhuisde naar Den Haag is ze daarmee gestopt.”
Straks wordt de koningin „automatisch overgeschreven” naar de hervormde gemeente van Lage Vuursche, verwacht ds. Kruijmer. „Haar zoons staan hier ook in het doopregister, omdat ze in Lage Vuursche geboren zijn.”
Normaal gaat de predikant bij nieuwe gemeenteleden op kennismakingsbezoek. Ook bij de koningin? Hij lacht: „Daar moeten we het als kerkenraad nog over hebben. Eén ding is zeker: ze is van harte welkom in de kerk.”