Onderwijs & opvoeding

Herman van Hoogdalem schilderde gezichten van dementie

Je móét erbij stilstaan. Bij de ”Gezichten van dementie” die Herman van Hoogdalem schilderde. De indringende portretten stemmen tot nadenken. Oppervlakkig gezien lijken het gewone mensen. Wie verder kijkt, ontdekt hulpeloosheid en verdriet.

30 January 2013 16:46Gewijzigd op 15 November 2020 01:40
Foto Herman van Hoogdalem.
Foto Herman van Hoogdalem.

De kunstenaar moet op een stoel gaan staan om elk portret te onthullen. Voorzichtig haalt hij de lakens weg. Daarna daalt de stilte in het atelier in het Groningse Sauwerd. Alleen al het formaat van de aquarellen –bijna 2,5 meter hoog en ruim 1 tot 1,5 meter breed– is indrukwekkend. Toch zijn het vooral de gezichten zelf die de aandacht trekken. Of beter gezegd: de ogen vol verhalen. Ze weerspiegelen lijden, moedeloosheid, onthechting, berusting, een verdwaald zijn in het leven.

Van Hoogdalem legde zeven bewoners van woon-zorgcentrum De Dilgt in Haren op papier vast. Van vijf mensen schilderde hij twee portretten met elk een eigen invalshoek. De twaalf aquarellen zijn vanaf zaterdag te zien in het Drents Museum in Assen op de expositie ”Gezichten van dementie”.

De Groningse schilder is de geestelijk vader van het project. Zijn twintig jaar geleden overleden moeder leed aan dementie. Van Hoogdalems hoofd zat destijds vol met beelden van zijn moeder en van andere bewoners van het verpleeghuis. Die herinneringen vervaagden, maar drongen zich zo’n tien jaar geleden weer op. De Groninger kreeg steeds sterker het gevoel dat hij iets met die beelden moest doen. Een goede vriend gaf hem het laatste zetje.

Van Hoogdalem klopte drie jaar geleden aan bij De Dilgt, waar zijn moeder destijds enige tijd verbleef. Met het verzoek er tekeningen te mogen maken van wat hij zag. Direct stuitte hij op het probleem van de privacy. „Uiteindelijk heb ik de leiding van De Dilgt voorgesteld hun de gemaakte tekeningen te geven, zodat ze in de papierversnipperaar konden.”

Dit voorstel haalde het niet. „Het zorgcentrum wilde enkele aquarellen ophangen en er een schrift bij leggen, zodat mensen konden reageren. Er kwamen veel reacties. Sommige kinderen realiseerden zich door de portretten ineens hoe anderen tegen hun vader of moeder aankeken. Anderen vroegen zich af of je dementerenden wel mag schilderen. Al geven ze desgevraagd toestemming, het is de vraag of zij goed begrijpen wat er gebeurt.”

Van het een kwam het ander. De zorggroep Zinn, waar De Dilgt onder valt, gaf Van Hoogdalem de opdracht voor elk van de acht locaties een portret van een bewoner te maken. De kunstenaar zelf besloot daarnaast een aantal aquarellen van enkele bewoners te schilderen. Hij koos –met toestemming van de familie– mensen in wie hij iets herkende van het veranderingsproces dat zijn moeder onderging.

Hebt u door te schilderen een stuk verleden verwerkt?

„Achteraf gezien heeft het zo gewerkt. Het was een emotioneel proces. Ik moest gewoon aan de slag gaan met de beelden die in mijn hoofd zaten. Hoe dit zou uitpakken, wist ik niet. Het was tasten in het duister.”

Had u een vooropgezet doel?

„Nee, in het begin tekende ik vrij algemeen, bijvoorbeeld de sfeer van de huiskamer. Het idee om portretten te maken, ontstond later. Ik heb mensen daar nooit voor laten poseren, maar ben gewoon met mijn schetsboek en potlood tegenover hen gaan zitten. Aanvankelijk was ik knap zenuwachtig. Hoe zouden bewoners reageren op mijn aanwezigheid? Gelukkig verliepen de contacten probleemloos. Soms stond iemand na drie minuten al op of had een bewoner een onrustige motoriek. Erg is dat niet, want als je lang genoeg observeert, komen bepaalde houdingen vanzelf terug. Ik hoop dat de twaalf portretten een goed beeld geven van wat dementie kan zijn.”

Waarom koos u voor de aquarelleertechniek?

„Ik vind deze bij het onderwerp passen. Je gebruikt papier. Dat heeft iets kwetsbaars, want je kunt dit materiaal verscheuren. Ik kon de portretten ook prachtig in het wit laten aflopen en zo verwijzen naar het verdwijnende leven van een dementerende. Het ongebruikte deel van het papier is bewust niet afgesneden, maar ligt opgerold onder aan het portret. Dat weerspiegelt een landkaart of het leven dat zich ontrolt. Bij het aquarelleren kun je scherp definiëren. Het delicate van het onderwerp valt hiermee goed weer te geven. Een portret mag nooit een karikatuur worden, hoe verwrongen een gezicht ook is.”

U schilderde realistisch. Hebt u ook uw eigen interpretatie in de portretten gelegd?

„Ja, anders had ik met foto’s kunnen volstaan. Een somber gelaat en verticale lijnen van een mond komen bijvoorbeeld terug in de verticale streken waarmee een colbert is geschilderd. Verwrongen gelaatstrekken laat ik bij een portret rondlopen om ze te benadrukken.”

De portretten zijn overweldigend. Waarom dit formaat?

„Het is voor het eerst dat ik portretten van ruim 2 meter heb gemaakt. Dit formaat ontstond al werkend. Mensen kunnen een miniatuur natuurlijk ook intens beleven. Bezoekers die ze van dichtbij bekijken, worden er ingezogen. Mensen met dementie wonen achter gesloten deuren en zijn minder in staat om te communiceren. Daarom wil ik dat hun portret naar de toeschouwer toekomt en het initiatief niet aan de kijker overlaten.”

Wat trof u in de mensen die u tekende?

„Dat het elkaar los moeten laten een lang en pijnlijk proces is. Dankzij dit project heb ik beter begrepen waarom ik destijds zo van mijn stuk was toen dementie zich bij mijn moeder openbaarde.”

Wat leerde u van de geportretteerden?

„Dat valt moeilijk onder woorden te brengen. Ik denk dat ze op een andere manier communiceren en dat dit ook van ons wordt gevraagd. Door een lied te zingen of iemands hand vast te houden. Mijn moeder las ik veel voor uit boeken die zij zelf in haar jeugd had gelezen. Ik zat eens tegenover een vrouw die niet meer kon praten. Ze glimlachte steeds naar me en legde contact via haar ogen. Zij fixeerde mij zo met haar blik dat het me niet meer lukte om verder te tekenen. Ik kon niet anders dan terug glimlachen. De vrouw genoot hiervan, want toen ik afscheid nam, hield ze mijn hand heel lang vast.”

Hoe reageerden familieleden bij de onthulling van het portret van hun geliefde?

„Geëmotioneerd en soms verrassend. Toen een man van tachtig het portret van zijn vrouw zag, zei hij: „Wat ís het toch een mooie meid.””


Spelen met licht

Herman van Hoogdalem (1956, Groningen) speelt graag met licht. Hij begon ooit met het schilderen van lege ruimten waarin het licht een hoofdrol speelt. De kunstwerken refereerden aan de tijd dat hij als jochie in bed lag en niet kon slapen omdat hij het licht over het behang zag kruipen. Later legde hij zich toe op strandgezichten. Niet in de laatste plaats omdat hij als kind regelmatig met zijn ouders op Vlieland verbleef. Naast strandtaferelen spelen portretten vandaag de dag een hoofdrol in zijn werk.

De expositie ”Gezichten van dementie” is van zaterdag tot 19 mei te zien in het Drents Museum in Assen. De portretten van mensen met dementie hangen zonder lijst in de ruimte. Er zijn flarden te horen van verhalen die geliefden van de geportretteerden over hen vertellen. In een filmzaal worden de bijbehorende documentaires van journalist en schrijver Gijs Wanders getoond. Deze gefilmde portretten van Wanders duren zo’n zes minuten. Ze schetsen de relatie tussen de geschilderde bewoners van woon-zorgcentrum De Dilgt in Haren en hun verwanten.

Familieleden van de geportretteerden en de schilder zelf komen ook aan het woord in het boek ”Gezichten van dementie” (uitg. Wbooks, Zwolle, ISBN 9789040007675, € 17,95). De uitgave bevat naast de aquarellen diverse schetsen die tot de portretten leidden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer