Commentaar: Het geloof is geen successtory
Ze had het zelf niet gedacht en eigenlijk had niemand het verwacht. De Duitse bisschop Margot Kässmann (1958) schreef een boek over het midden van het leven en het werd een bestseller. De predikante probeert in dat boek, dat in Nederland is verschenen onder de titel ”Midden in het leven”, duidelijk te maken dat juist het christelijk geloof antwoorden kan geven op vragen die te maken hebben met het lijden van mensen.
Haar eigen leven leek in eerste instantie trouwens een successtory zonder weerga. Ze werd in 1999 bisschop van de evangelisch-lutherse landskerk van Hannover en van 2009 tot 2010 was ze voorzitter van de Evangelisch-Lutherse Kerk van Duitsland, de grootste protestantse kerk van Duitsland.
Toen kwamen de tegenslagen. De predikante kreeg borstkanker, scheidde van haar man en moest uiteindelijk als voorzitter van de Duitse kerk aftreden omdat ze tijdens een verkeerscontrole een te hoog promillage alcohol in haar bloed had. Dat aftreden deed ze overigens vrijwillig omdat ze de kerk geen schade wilde berokkenen.
Haar optreden, juist ook rond de tijd dat ze beboet werd, dwong in Duitsland veel respect af en inmiddels wordt ze bij onze oosterburen gezien als een van de weinige theologen met een sterrenstatus. Voor veel vrouwen die rond de vijftig jaar oud zijn, werd ze een identificatiefiguur.
Over de theologische opvattingen van mevrouw Kässmann is veel te zeggen. In een interview met deze krant maakt ze haar theologische positie volstrekt duidelijk. Ze is aanhanger van de zogenoemde historisch-kritische Bijbelmethode, heeft moeite met de offertheologie –zoals ze het noemt– en ze ziet de Bijbel niet als een „dictaat uit de hemel” maar als een boek dat geloofservaringen schildert van mensen. En dan hebben we het nog niet eens over haar ethische opvattingen, het feit dat ze als vrouw predikante is geworden, haar levensstijl of over haar politieke ideeën. Het hoeft geen betoog dat veel van wat zij voorstaat, haaks staat op het orthodox-gereformeerde belijden.
Toch kunnen veel mensen van haar leren en is haar boek niet voor niets een bestseller geworden. Ze mikt vooral op een vrouwelijk lezerspubliek, maar mannen kunnen er niet minder hun winst mee doen. Zeer laagdrempelig en eerlijk schrijft ze over wat haar in de loop van de jaren overkomen is en welke rol het geloof daarin heeft gespeeld en speelt.
Ze wil haar lezers duidelijk maken dat onze cultuur het lijden ten onrechte wegstopt en ze bestrijdt met kracht de schaamte voor het christen-zijn. „De verlichte mens denkt dat hij God niet nodig heeft. Maar de mens heeft niet genoeg aan zichzelf, dat blijkt wel als er problemen komen die ze niet aankunnen”, zo stelt ze.
Kässmann schrijft uit ervaring. Je hoeft haar theologische, ethische of politieke opvattingen zeker niet toe te vallen om toch respect te hebben voor veel dingen die ze zegt en schrijft. Ook onder orthodoxe christenen is er soms de neiging om geloof en leven volledig los te koppelen. Of zijn er christenen die het geloof juist zien als het vehikel tot succes. Kässmann maakt duidelijk dat beide leefwijzen in principe onchristelijk zijn.