Onderwijs & opvoeding

Jostiband komt hoop brengen in Oekraïne

KIEV – Rond het downsyndroom hangt in Oekraïne nog altijd een taboe. Daarom was het nieuwjaarsconcert van de Nederlandse ambassade in de hoofdstad Kiev gisteravond bijzonder. Dat werd namelijk uitgevoerd door de Jostiband, van 35 gehandicapte musici.

Annemarie Geersing
29 January 2013 13:18Gewijzigd op 15 November 2020 01:38
De van oorsprong Nederlandse Arenda Vasylenko heeft het ideaal om een sociale werkplaats in Oekraïne te starten voor mensen met beperkingen. Foto Annemarie Geersing
De van oorsprong Nederlandse Arenda Vasylenko heeft het ideaal om een sociale werkplaats in Oekraïne te starten voor mensen met beperkingen. Foto Annemarie Geersing

Arenda Vasylenko uit Oekraïne belandde enkele jaren geleden in een repetitie van de Jostiband in haar geboorteland Nederland. „Dat was echt een eye-opener. Iedereen had zoiets van: is dit ook mogelijk?”

Vasylenko, die in de omgeving van Kiev woont, kreeg negen jaar geleden een kind met het syndroom van Down en weet hoe weinig begrip daar in Oekraïne voor is. De Nederlandse Jostiband bewijst echter dat je dit ook positief kunt benaderen.

„De dirigent van het orkest, Lyan Verburg, vertelde ons dat ongeveer 40 procent van de orkestleden niet praat. Maar ze spelen toch gewoon erg goed. In Oekraïne heeft men –ondanks de toegenomen media-aandacht van de laatste jaren voor het onderwerp– geen goed beeld van volwassenen met het downsyndroom. Je komt ze simpelweg niet tegen in de maatschappij. Op die avond wisten we dan ook: hier moeten we iets mee.”

Toen Vasylenko’s zoon Petro werd geboren, kreeg ze in het ziekenhuis direct te horen hoe ze hem kon afstaan. „De papieren lagen al klaar om ondertekend te worden. Uiteraard wilden mijn man en ik dat niet, maar in Oekraïne is het vrij normaal dat vrouwen een kind met een beperking afstaan. Deze samenleving ziet zulke kinderen echt nog als debiel, ze worden dan ook weggestopt in kindertehuizen, en later soms zelfs in bejaardentehuizen of psychiatrische inrichtingen. Je ziet bijna geen mensen met een beperking in het straatbeeld.”

Toen Petro opgroeide, merkte Vasylenko dat er bijna geen speciaal onderwijs is. „In het dorp werd een kinderdagverblijf gebouwd. We vroegen of hij daar terechtkon. Het eerste jaar draaide hij goed mee, maar in het tweede jaar ontstond er niveauverschil. Huilend bracht ik hem erheen, en huilend haalde ik hem op. Toen wisten we dat we iets moesten doen.”

Het echtpaar reisde naar Nederland om op scholen voor speciaal onderwijs te zien hoe het er daar toeging. „Toen we terugkwamen in Oekraïne, zijn we op zoek gegaan naar andere ouders van kinderen met een verstandelijke beperking en hebben we geschikt personeel gezocht dat voor de klas kon staan.”

Op die manier startte het project. „We vonden een schoolgebouw in de buurt van Kiev waar plek was voor extra klassen. Bij de overheid meldden we het project aan als ”officieel experiment”, wat betekent dat we onder toezicht staan van het Wetenschappelijk Instituut voor Speciale Pedagogiek. Inmiddels draaien de eerste twee klassen twee jaar, een derde is in ontwikkeling.”

Voordat alles van start ging, uitte de directrice van de school haar zorgen. „„Weet je wel wat je precies met deze school wilt doen?” vroeg ze. Heel logisch: Ik had vanuit Nederland een goed beeld van wat ik wilde, zij had dat plaatje niet. Daarom zijn we met het hele onderwijsteam, de directrice, iemand van het pedagogisch instituut en iemand van de gemeenteraad in Kiev naar Nederland afgereisd, om een beeld te krijgen hoe daar wordt omgegaan met het downsyndroom.”

In Kiev drong Vasylenko bij de Nederlandse ambassade aan op een concert van de Jostiband. Dat lukte dus. Gisteravond gaven de Nederlandse gehandicapten het nieuwjaarsconcert, vanavond treden ze op tijdens een avond die geheel in het teken staat van het downsyndroom. „We hopen de bekendheid rond het downsyndroom te vergroten”, vertelt Vasylenko. „Ook hopen we dat de Jostiband de Oekraïners hoop kan geven.”

Een sociale werkplaats waar mensen met beperkingen zich nuttig kunnen maken, is een ideaal voor de toekomst. „De kinderen uit deze klassen willen we begeleiden van onderwijs naar een zelfstandige woon- en werksituatie. We hopen dat dit model navolging krijgt.”

Het project van de familie Vasylenko heet ”Perspectief 21/3”. In de 21e eeuw wil ze perspectief bieden op drie gebieden: onderwijs, wonen en werken.


Zie ook:

Op de bres voor downkinderen in Oekraine

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer