Ko Colijn: Rebellen Mali onverslaanbaar
BAMAKO (ANP) – De rebellen in Mali zijn niet te verslaan, dat zegt defensiespecialist Ko Colijn. Het Franse en Malinese leger hebben de afgelopen dagen flinke terreinwinst geboekt, maar dat betekent niet zozeer dat ze aan de winnende hand zijn. „De rebellen hebben de strijd om de steden opgegeven en zijn uitgeweken naar het noorden”, zegt Colijn. „Dat is hun opzet. Ik verwacht niet dat de Fransen daarheen zullen gaan. De inname van Timboektoe is een succes voor Frankrijk, maar een overwinning is ver weg. Ze hebben de 16-meterlijn van het strafschopgebied bereikt, maar daar staan alle tegenstanders.”
Het onherbergzame woestijngebied in het noorden van Mali zal altijd in handen blijven van de rebellen. „De militanten zullen zich ophouden in de woestijn. Ze zullen elke confrontatie met het leger verliezen, maar kunnen zich wel terugtrekken naar plekken waar het Franse leger niet komt. Het is vergelijkbaar met wat de Taliban in Kandahar doet.” Ook buiten Mali zouden de rebellen nog veilige havens kunnen vinden, in de aangrenzende Niger en Mauritanië bijvoorbeeld. De Franse belangen in het eerstgenoemde land kunnen zorgen voor een nieuwe interventie. „Frankrijk haalt uranium voor zijn kerncentrales uit Niger. Als de rebellen daar actief worden, dan zou het me niet verbazen als de Fransen daar weer zouden optreden.”
Frankrijk is nu ruim twee weken militair actief in Mali. Maandag werd bekend dat het leger de stad Timboektoe, en het bijbehorende vliegveld, heeft heroverd op de rebellen. Het is een van de meest noordelijke steden in het land, grenzend aan de woestijn. Vrijwel alle steden liggen ten zuiden van de stad, waardoor een denkbeeldige horizontale lijn tussen stad en woestijn kan worden getrokken. Alles onder de lijn is het belangrijkst voor de Malinese overheid. Frankrijk wil de steden veiligstellen en zal er moeten blijven totdat het de taak kan overdragen aan een Malinees leger nieuwe stijl. Ook zij zullen zich richten op het veilighouden van de steden en zullen de strijd met de rebellen in de woestijn niet aangaan.
„Het opzetten van zo’n leger is haalbaar, maar een woestijnvariant moet zich nog bewijzen. Het opbouwen van een leger gaat aan de hand van een missie die zeker 2 à 3 jaar zal duren. Frankrijk zal in Europa met de pet rondgaan voor ondersteuning. Ze kunnen dat doen onder het mom van: wij hebben de eerste stap gezet.” Voor Nederland is het moeilijk om manschappen te sturen voor zo’n missie, omdat er een taalbarrière is. „In Mali spreken ze allemaal Frans en Nederland heeft geen Franssprekende dienders.”