Bisschop: Refoschool moet zelfbewuster zijn
VIANEN – Reformatorische scholen moeten zelfbewuster hun weg gaan en positief-kritisch beoordelen wat de overheid en de inspectie eisen. „De drang om alles te toetsen en te meten is een verborgen onderwijsvernieuwing.”
Die boodschap klonk vrijdag op het onderwijscongres ”Eigenheid en legitimiteit” in Vianen, georganiseerd door de scholenorganisaties VGS, Driestar Educatief en VBSO, de SGP, de RMU en deze krant.
Als SGP-Kamerlid Bisschop, een van de sprekers, op scholen komt, valt hem op hoeveel er wordt geklaagd over de overheid en de inspectie. „Een woord als jojobeleid valt. Bijvoorbeeld als het over de maatschappelijke stage gaat. We hebben er eerst jaren over gedaan om die er door te krijgen, nu wordt de verplichting weer ingetrokken. Met de angst dat het bijbehorende geld ook zal verdwijnen.”
Scholen ervaren een „enorme lastendruk”, stelde Bisschop. „Ze zijn niet bang voor controle, wel voor al die afvinklijstjes waarop ze beoordeeld worden. Het systeem lijkt gebaseerd op wantrouwen in plaats van vertrouwen. De commissie-Dijsselbloem heeft goede aanbevelingen gedaan om dit te veranderen, maar ze lijken niet meer dan een mooie, gave droom.”
De drang om „alles te toetsen en te meten” noemde Bissschop „een verborgen onderwijsvernieuwing om grip te krijgen op de opbrengsten. Hier zit een filosofie achter die we moeten doorgronden: de gedachte dat de samenleving maakbaar is.”
Volgens het SGP-Kamerlid is het terecht dat de overheid „zware eisen” aan het onderwijs stelt. Tegelijk zei hij: „Maak gebruik van de ruimte die u als school krijgt. Leg er uw eigen ziel in. Ontwikkel zelfbewust uw onderwijsfilosofie. Werk niet aan opbrengstgericht, maar aan opbrengstbewust onderwijs.”
Vorming
Drs. L. N. Rottier, voorzitter van het college van bestuur van Driestar Educatief, riep reformatorische scholen op meer werk te maken van hun vormende taak. „Leer uw leerlingen voor het leven nu en voor het toekomstige leven.” Hij gaf vijf adviezen: „Investeer in de vorming van leraren, stimuleer het ontwikkelen van een visie op leren en onderwijzen, geef ruimte aan activiteiten die niet zijn bedoeld voor de winst, investeer in de persoonlijke, spirituele ontwikkeling van leerlingen en werk serieus aan de relatie tussen ouders, kerk en school.”
Prof. dr. F. A. van der Duyn Schouten, vice-voorzitter van de Onderwijsraad, schetste „de economisering” van het onderwijs. Van de vier hoofddoelstellingen –kennisverwerving, ontwikkeling van talent, socialisering en persoonlijkheidsontwikkeling– gaat het volgens hem alleen nog maar om de eerste twee doelen. „Als gevolg daarvan kijken overheid en inspectie vooral naar de financiële kant: wordt het geld voor onderwijs doelmatig besteed? Kennis is immers te meten, vorming veel moeilijker.”
Van der Duyn Schouten riep leraren op „meer professioneel zelfbewustzijn” te tonen. Dat vereist volgens hem dat er „hogere eisen aan de toelating tot het beroep” worden gesteld. „Niet iedereen is zomaar leraar.”
Niet bang
In het aansluitende debat erkende Rottier dat reformatorische scholen in het verleden „te weinig kritisch” zijn geweest op onderwijsvernieuwingen. Van der Duyn Schouten over de gevolgen van het maken van eigen keuzes: „Wees niet bang voor een onvoldoende op uw afvinklijstje van de inspectie. Als u het maar kunt uitleggen. De kans dat u als school wordt opgeheven, is betrekkelijk gering.”
Een congresdeelnemer citeerde staatsecretaris Dekker van Onderwijs die recent zei: „Kwaliteit gaat boven denominatie”. Van der Duyn Schouten: „Dat is een beperkte opvatting van het begrip kwaliteit. Identiteit is er een onderdeel van.”
Bezorgdheid klonk er ook in Vianen. „Overvragen we onszelf niet met al die verhalen over vorming?”, vroeg een schoolleider. Een collega: „Niet alle punten waarop scholen worden beoordeeld, zijn wettelijk verankerd en even belangrijk. Maak keuzes. Daar wordt het leven op school prettiger van.”