De vluchtelingen in Noord-Syrië leven in primitieve tentenkampen, waar een groot gebrek is aan eten, drinken en kleding. De temperatuur komt overdag niet boven de 5 graden, ’s nachts ligt die rond het vriespunt. De organisatie richt zich vooral op warmekinder- en babykleding zoalsrompertjes, jassen en wanten, zodat de kinderen niet doodvriezen.

Sinds de opstand tegen president Bashar al-Assad in maart 2011 begon, zijn er ruim 60.000 doden gevallen. Volgens VN-hulporganisaties hebben zeker een miljoen mensen in Syrië humanitaire hulp nodig.

Op 11 februari brengt de organisatie alle ingezamelde kleding naar de haven van Rotterdam. Per boot gaan de kleren naar Turkije, waar een Turkse hulporganisatie met vrachtwagens de laatste etappe naar de kampen in Syrië rijdt. Dat is niet zonder gevaar, omdat zowel het regeringsleger als de rebellen zich schuldig maken aan geweld tegen burgers. Een eerste vrachtwagen is eerder deze maand al met succes de grens overgegaan.

De actie is een initiatief van docent fotografie Rogier Maaskant en schrijfster Désanne van Bréderode. De actie wordt gefinancierd vanuit het Syrische Comité in Nederland, maar Maaskant zoekt meer sponsoren en onderwijsinstellingen die willen helpen.