Ruth Mbennah strijdt tegen misbruik en uitbuiting Afrikaanse vrouwen
BARNEVELD – Vrouwenbesnijdenis, kindhuwelijken, verkrachtingen. Voor talloze Afrikaanse vrouwen is het leed niet te overzien. Het heeft te maken met de wereldbeschouwing van Afrikanen, waarin een vrouw niet als mens geldt, zegt Ruth Mbennah uit Zuid-Afrika. „De kerk zwijgt helaas, maakt zich zelf regelmatig schuldig aan misstanden.”
Ruth Mbennah (49) is Afrikacoördinator van het Project Hannah, een „vrouwenbediening” binnen Trans World Radio (TWR). Het betreft het radioprogramma ”Hoop voor vrouwen”, dat in Afrika in tien talen wordt uitgezonden. Het programma biedt vooral „gebedsondersteuning” en Bijbels onderwijs aan vrouwen die slachtoffer zijn van allerlei misstanden.
Mbennah lijkt een vergeefse strijd te strijden, als ze in schrille kleuren de misère van de vrouwen in Afrika schildert. „In de Afrikaanse samenleving telt de vrouw niet en wordt zij niet als een mens gezien. De vrouw is er om het zware werk op het land te doen, voor het gezin te zorgen, water te halen, maar haar stem wordt in de samenleving niet gehoord. Ook niet in de kerk: ze mag er wel zijn voor de schoonmaak en de versiering van het gebouw, maar ze krijgt niet de gelegenheid iets te zeggen”, zegt ze strijdvaardig.
Vrouwen worden op grote schaal misbruikt en geslagen, aldus Mbennah. „Het misbruik heeft zich diep in de Afrikaanse samenleving genesteld. Vrouwen groeien op in een onveilige omgeving. Als meisjes een school bezoeken lopen ze groot gevaar onderweg verkracht te worden en op scholen misbruikt te worden door hun leraren. Ze durven niets te zeggen, uit angst voor mishandeling.”
In Zuid-Afrika wordt volgens Mbennah elke twintig seconden een vrouw verkracht. „In sommige religies in Afrika wordt zelfs geloofd dat verkrachting een middel is om aids te genezen. Er vinden daarom verkrachtingen van baby’s van enkele maanden plaats.”
De Afrikacoördinator hekelt ook de vrouwenbesnijdenis. In Somalië bijvoorbeeld treft deze 98 procent van alle vrouwen. „Ze ondergaan dit lot omdat het hun seksueel verlangen zou temperen en ze voor God heilig kunnen leven. Daarnaast geloven veel Afrikanen dat ze op deze manier meer kinderen kunnen krijgen. Regeringen protesteren er soms tegen, maar dan worden deze besnijdenissen in het geheim voortgezet.”
Gruwelijk is ook het verschijnsel van kindhuwelijken. „Afrikaanse meisjes worden tussen hun zevende en veertiende jaar uitgehuwelijkt aan mannen die soms tientallen jaren ouder zijn. De medische gevolgen zijn vreselijk als ze op die leeftijd kinderen krijgen terwijl hun organen hiervoor nog niet klaar zijn. Een veelvoorkomend probleem is dat zij incontinent worden omdat hun blaas niet meer functioneert.”
Mbennah probeert de kerken te mobiliseren tegen al deze misstanden, maar dat lukt nauwelijks. „Het gebeurt regelmatig dat vrouwen met klachten van geweld en misbruik naar hun voorgangers gaan, maar deze zwijgen omdat ze het imago van de kerk vrezen te schaden. Bovendien, veel kerkleiders mishandelen ook hun eigen vrouwen.”
Begin dit jaar zullen de eerste ”Hoop voor vrouwen”-programma’s in het Somalisch worden uitgezonden in heel Oost-Afrika. „Het gaat om een groep Somalischsprekenden die over verschillende landen in Afrika verspreid wonen. Ze vormen een van de moeilijkst bereikbare groepen omdat ze door hun islamitische opvattingen vijandig staan tegenover de minste of geringste verkondiging van het Evangelie.”
Ondanks alle nood blijft Mbennah hoopvol gestemd vanwege het geloof in de boodschap die zij brengt. „Het probleem zit in het hoofd van de Afrikanen en heeft een geestelijke achtergrond. Er moet een geestelijke strijd gestreden worden. In al onze programma’s is daarom het gebed het belangrijkst. We bidden vooral voor degenen die het slachtoffer zijn van alle misstanden. We zien dat vrouwen geestelijke heling ontvangen en dat daardoor ook de houding van de mannen verandert. De overwinning is beloofd. Het vrouwenzaad zal de slang vernietigen – die hoop uit Genesis 3:15 mag ik juist deze vrouwen voorhouden.”
Ze denkt even na. „Mag ik ook iets over mijn dromen zeggen?” vraagt ze. „Ik droom van speciale Hannahhuizen, overal in Afrika, waar vrouwen geholpen worden, samen naar de programma’s van TWR kunnen luisteren en een vak leren. Er is al steun voor een dergelijk initiatief in Tanzania met hulp uit de Verenigde Staten en Korea.” Lachend: „Als deze huizen er komen, kan ik rustig slapen.”