Europees commissaris voor belastingen Algirdas Semeta reageerde verheugd op het besluit van de ministers. Volgens hem is het een „belangrijke mijlpaal voor het belastingbeleid van de EU.” Semeta wees erop dat het voor het eerst is dat meerdere landen gezamenlijk een financiële transactiebelasting invoeren. Als de commissie de plannen heeft uitgewerkt, dan moeten deze wel opnieuw de goedkeuring krijgen van alle 27 EU-lidstaten.

In 2011 stelde de Europese Commissie voor om de financiële transactietaks in de hele EU in te voeren. Bij het handelen in aandelen en obligaties zou 0,1 procent van de waarde van de transactie als belasting moeten worden betaald. Bij afgeleide producten, zoals rentederivaten, zou de belasting 0,01 procent zijn.

Het voorstel kon echter niet op voldoende steun rekenen. Enkele landen wilden de belasting echter wel invoeren. Als een deel van de EU-lidstaten op een dergelijke manier willen samenwerken dan is daarvoor toestemming van de andere EU-landen nodig.

De elf die nu meedoen zijn België, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Oostenrijk, Portugal, Slowakije, Slovenië en Spanje. Nederland doet niet mee, maar in het regeerakkoord is afgesproken dat Nederland zich er onder bepaalde voorwaarden wel bij wil aansluiten. Een van die voorwaarden is dat de pensioenfondsen moeten worden vrijgesteld van de belasting.

De toestemming voor de samenwerking werd dinsdag gegeven op de zogenoemde ecofinvergadering van Europese ministers van financiën. In deze vergadering zitten alle 27 ministers van financiën van de EU, in tegenstelling tot de eurogroep die sinds maandag wordt geleid door minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem. In de eurogroep zitten alleen de zeventien ministers van financiën van de eurozone.

Het is de derde keer dat de EU-lidstaten goedkeuren dat een beperkt aantal landen op een dergelijke manier samenwerkt.