Ouderbetrokkenheid taak van ouders én school
Hoewel de term ouderbetrokkenheid anders doet vermoeden, zijn ouders én school verantwoordelijk voor regelmatig contact over de ontwikkeling van het kind, betogen Albert de Vries en Laura Zwoferink.
Het begrip ouderbetrokkenheid staat volop in de belangstelling. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap sprak hierover gisteren op de conferentie ”Ouders en school: samen de schouders eronder” in Den Haag. Hij heeft in aansluiting op zijn voorganger uitgesproken dat hij overtuigd is van het belang van ouderbetrokkenheid in het onderwijs.
Op de conferentie werden tegelijk ook de expertisepunten ouderbetrokkenheid gelanceerd. Deze expertisepunten richten zich op het effectiever communiceren en het bouwen aan partnerschap tussen ouders, scholen en andere kindgerichte organisaties en bredere gemeenschappen. Het begrip ouderbetrokkenheid kan echter voor verwarring zorgen als niet duidelijk is wat ermee wordt bedoeld.
In de term ouderbetrokkenheid worden alleen de ouders genoemd. Dit kan de indruk geven dat alleen de ouders meer betrokken moeten worden op de school. Het ministerie van Onderwijs geeft aan dat het bij ouderbetrokkenheid gaat om een goede samenwerking tussen school en ouders. Ouders en school zijn beiden verantwoordelijk voor regelmatig contact over het leren en de ontwikkeling van het kind. Op de site van het ministerie staat ook dat de school moet investeren in de relatie met de ouders.
Voor een goed begrip van ouderbetrokkenheid moeten we onderscheid maken tussen ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid. Onder ouderparticipatie wordt verstaan dat ouders betrokken worden bij allerlei activiteiten op school. Dat kan variëren van het samen onderhouden van de schooltuin tot het inzetten van overblijfmoeders en leesmoeders.
Ouderbetrokkenheid is echter meer. Voor een goede invulling van dit begrip is het gedachtegoed van dr. J. L. Epstein, onderzoeker in Amerika, bruikbaar. Zij onderscheidt verschillende typen of aspecten van ouderbetrokkenheid. Hierbij is goed ouderschap of goede opvoeding de eerste en onzes inziens ook de belangrijkste. Daarna komen andere aspecten zoals een goede communicatie tussen ouders en school, ouderparticipatie en huiswerkbegeleiding.
Vaak wordt in het kader van ouderbetrokkenheid genoemd dat betrokkenheid van ouders bij het leren goed is voor de leeropbrengsten. Ook wordt regelmatig gesteld dat de prestaties van Nederlandse leerlingen en studenten op gebieden zoals rekenen en taal achterblijven en beter moeten.
Het is goed om leerresultaten te bevorderen. Bij ouderbetrokkenheid gaat het echter om de opvoeding in brede zin. Op school gaat het om meer dan om taal en rekenen. Het gaat ook om de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze kinderen. Godsdienstige opvoeding en morele opvoeding zijn bovendien onmisbare onderdelen van christelijk en reformatorisch onderwijs. Dan moet overigens duidelijk zijn wat goede opvoeding is, zodat ouders en school hetzelfde voor ogen hebben.
Dat dit niet vanzelfsprekend is, bleek gisteren op genoemde conferentie uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Ouders vinden het belangrijk dat de school duidelijke regels stelt. Tegelijk is hun steun voor het gezag van de leerkracht op dit punt niet vanzelfsprekend.
Wij signaleren in het publieke debat over opvoeding dat er wisselend een pleidooi gevoerd wordt voor meer gezag en grenzen stellen enerzijds en voor meer positieve aandacht voor jongeren anderzijds. Regelmatig blijkt uit onderzoek of uit onze eigen ervaring dat school en ouders van elkaar vinden dat ze een van beide te weinig doen.
Het zou winst zijn als ouders en school zich realiseren dat een goede opvoeding bestaat uit evenwicht tussen beide. Als we alleen grenzen stellen, komen we uit bij een autoritaire opvoedingsstijl. Als we ons alleen richten op de behoeften van het kind, komen we terecht bij een toegeeflijke opvoedingsstijl. Laten ouders en leerkracht elkaar steunen bij beide onmisbare aspecten.
In de typologie van Epstein is communicatie tussen school en ouders een apart onderdeel. In het algemeen wordt gesteld dat leerkracht en ouders niet dezelfde positie hebben. Ouders zijn de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van hun kind. Leerkrachten hebben, in tegenstelling tot ouders, een professionele verantwoordelijkheid. Ouders en leerkrachten zijn dus niet gelijk, maar het contact moet wel op voet van gelijkwaardigheid plaatsvinden.
Uit het onderzoek ”Drempels slechten” dat in Zeeland is uitgevoerd op reformatorische scholen blijkt dat leerkrachten het moeilijk vinden om met ouders over de opvoeding te praten. Ze voelen zich onzeker omdat ze niet dezelfde ervaring hebben als ouders.
Aan de andere kant blijkt steeds weer uit onderzoek dat ouders zich juist op het gebied van de opvoeding onzeker voelen. Wellicht zoeken ze daarom ook niet zo snel steun bij een leerkracht. Laten leerkrachten en ouders zich realiseren dat ze beiden hun eigen kennis maar ook onzekerheden hebben. Laten ze in een open sfeer met elkaar het gesprek over de opvoeding van de kinderen voeren.
De auteurs zijn onderwijsadviseurs en leden van de werkgroep ouderbetrokkenheid van Driestar Educatief.