Protest tegen roomse claim op .catholic onterecht
De oproep van dr. H. Kronenburg om „een roomse claim” op de webextensie .catholic te voorkomen (RD 7-1), is oneigenlijk en rijkelijk laat, reageert drs. Eric van den Berg.
Al jaren bereidt de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN), de organisatie voor het beheer van topleveldomeinen, de uitgifte van nieuwe extensies voor. Op 17 juni 2012 maakte de ICANN de nieuwe aanvragen voor deze zogeheten gTLDs bekend. Toen al werd bekend dat de pontificale raad voor sociale communicatie .catholic wilde claimen (en niet .katholiek, zoals hier en daar opduikt). Nu pas reageren dr. H. Kronenburg, en in zijn kielzog dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (RD 10-1). Dat komt niet overtuigend en alert over.
Herkenbaar
Een internetgerichte kerk had ervoor kunnen kiezen een gelijksoortige aanvraag in te dienen. Te denken valt aan een extensie als .protestant of .pkn. In 2011 deed ik dat pleidooi op mijn blog. Vanuit het oogpunt van ”corporate identity”, ”church branding”, zoekmachineoptimalisatie en toegankelijkheid is een herkenbare extensie belangrijk.
Is het niet mooi om al je lokale gemeenschappen onder één vlag op het web te presenteren? Of anderszins, als .xxx, een extensie voor pornografische websites, mogelijk gaat worden, is het dan niet verstandig ook een tegengeluid te registreren?
Daar komt bij dat zo wordt voorkomen dat particuliere bedrijven aan de haal gaan met een religie. Het kan toch niet zo zijn dat .islam in handen komt van een Aziatisch bedrijf en .church in handen van enkele slimme Amerikaanse particulieren?
Slim idee
Dr. Kronenburg ziet in de aanvraag „een bewuste of onbewuste digitale machtsgreep.” Ik vind dat een typische Calimeroreactie; een kleinere kerk die zich keert tegen haar grote, wereldwijde broer. Dr. Kronenburg gaat voorbij aan de goede intenties die het Vaticaan heeft met de extensie.
Natuurlijk gaat het niet om een machtsgreep. Als eerste laat de Rooms-Katholieke Kerk door haar handelwijze zien dat ze erkent dat internet een ontzettend belangrijk middel is om de boodschap van Christus uit te dragen. Dat is een beleidslijn waarvoor de eerste aanzet al in de jaren tachtig is gegeven. De kerk beseft dat de extensie kan helpen om het rooms-katholieke geloof op een authentieke wijze kan uitdragen en is bereid daarin te investeren. Een uitermate slim idee vol onzekerheden. Het moet immers nog bewezen worden of .catholic in de praktijk gaat werken.
Verkrampt
Een ander door dr. Kronenburg opgevoerd argument is: „Wij zijn (ook) katholiek.” Die discussie is erg oud, maar lost zo weinig op. Ze is verder niet gericht op heling van het gedeelde lichaam van Christus.
Ik vind het overigens ook een oneigenlijk argument. Dr. Plaisier zegt terecht dat een internetextensie niet de werkelijkheid insluit, maar het voert te ver te stellen dat dit de oecumene negatief raakt. Het is een verkrampte typisch Nederlandse reactie die Rome niet zal bereiken.
Dr. Kronenburg spant de aanvraag van .catholic voor zijn karretje door het over de boeg van de oecumene te gooien. Het wijst mijns inziens op een protestants identiteitsvraagstuk. Men zet zich liever af tegen de „Roomse Kerk” –wat een afschuwelijke term– dan dat men de oecumene bevordert die op wereldschaal zo veel gelovigen inspireert en met God verbindt.
De auteur is rooms-katholiek mediawetenschapper en schrijver van het ”Handboek kerk en social media”. Hij beheert onder meer de website www.katholiek.nl.