De rechter heeft die eis echter afgewezen. Diverse artsen in het Bredase ziekenhuis zijn van oordeel dat verder reanimeren van het meisje geen zin heeft. „Het zou haar lijden verlengen en haar toestand niet instandhouden of verbeteren”, aldus de gezamenlijk artsen. Ze worden in die opvatting gesteund door collega’s in de academische ziekenhuizen in Rotterdam, Nijmegen en Utrecht. Het meisje heeft hersenbeschadigingen, waardoor onder meer de slikfunctie is aangetast.

Eerder wilde het Sophiaziekenhuis in Rotterdam het kind niet verder reanimeren. Toen weken de ouders uit naar Breda. Aanvankelijk leek de toestand van het meisje stabiel en mocht ze zelfs naar huis. Maar toen het kind een longontsteking opliep, verslechterde de situatie. Het ziekenhuis in Breda achtte verder reanimeren medisch zinloos. De ouders menen op grond van hun geloofsovertuiging dat de behandeling voortgang moet vinden. Ze geloven dat het kind zal genezen.

Inmiddels zijn de ouders door de Kinderbescherming uit de ouderlijke macht ontzet. Gevolg is dat de ouders hun kind niet uit het ziekenhuis kunnen halen om het zelf thuis te gaan beademen. Komende dinsdag heeft bij de kinderrechter in Breda een zitting plaats over de schorsing uit het ouderlijk gezag.

De ouders, van wie de vader Arubaan is, hopen dat hun kind alsnog in een ander ziekenhuis kan worden opgenomen. Volgens advocaat mr. R. H. Vermeeren zijn de vader en moeder „helemaal uit het veld geslagen.” De toestand van de baby is kritiek. De ouders van het kind waren vanmorgen niet voor commentaar bereikbaar.

Directeur dr. R. Seldenrijk van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) denkt dat artsen het recht aan hun kant hebben als het zo is dat reanimatie bij hartproblemen geen zin heeft. Artsen zullen niet afgaan op een mededeling dat ouders op grond van geloofsovertuiging denken dat hun kind zal genezen. „Artsen zullen hun besluit nemen op grond van medisch-technische overwegingen.” Hij vindt het overdreven dat de ouders hun ouderlijke macht is ontzegd. „Dat is schieten met een kanon op een mug.”