Een woordvoerster van het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft dat woensdag gemeld. Organisaties als Amnesty International en VluchtelingenWerk Nederland hadden dinsdag aan de bel getrokken over de uitzetting van de man, omdat ze de kans groot achten dat hij eenmaal terug in China in de gevangenis belandt en zal worden gemarteld.

De Raad van State meldt in een toelichting dat de asielzoeker hoger beroep heeft ingediend tegen een afwijzing van zijn asielverzoek door de rechtbank in Den Haag in november. De Raad van State vindt nader onderzoek nodig voor een definitieve uitspraak. Dat kan mogelijk enkele maanden duren. Tot die tijd wordt de man in elk geval niet uitgezet.

Amnesty en Vluchtelingenwerk Nederland kregen naar eigen zeggen eerder geen gehoor op hun noodkreet aan staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie). Nu is de uitzetting dus in ieder geval uitgesteld tot een definitief besluit van de rechter.

Oeigoeren vormen in het noordwesten van China een islamitische minderheid. De bevolking is veel meer verwant met Turkse volken dan met de Chinezen en wil meer autonomie.

Oeigoeren zijn ook naar Nederland gevlucht, maar omdat in hun paspoort staat dat ze Chinees zijn, is niet duidelijk hoeveel er hier wonen. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) waarschuwde in april vorig jaar dat China de uitgeweken Oeigoeren nauwlettend in de gaten houdt, ook in Nederland.

Amnesty en VluchtelingenWerk stellen dat een teruggestuurde Oeigoer (en zeker na een asielverzoek) in China vrijwel zeker de gevangenis ingaat voor ondervragingen en martelingen, of in een werkkamp belandt. Zweden zou er (als enige land) recentelijk twee hebben uitgezet, maar van hen is niets meer vernomen.