Economische Zaken wil weer lef zien
Bedrijven en onderzoeksinstellingen moeten nauwer gaan samenwerken om te komen tot innovaties die de concurrentiekracht van de Nederlandse economie kunnen versterken.
Dat blijkt uit de ”innovatiebrief”, die minister Brinkhorst en staatssecretaris Van Gennip (beiden van Economische Zaken) vandaag aan de Kamer stuurden.
De bewindspersonen spreken van een breuk met het verleden. Lef en ondernemingszin moeten weer meer worden gewaardeerd, vinden zij. Daarom reserveert Van Gennip extra geld voor startende ondernemers en krijgen middelgrote bedrijven de gelegenheid om kennis die bestaat bij universiteiten en instellingen toe te passen op hun werkvloer. Om het laatste goed te regelen, is blijkens de brief 40 miljoen euro uitgetrokken.
Een andere investering in de kenniseconomie betreft een nieuwe regeling voor langdurige samenwerking tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen in projecten, waarmee een bedrag van 200 miljoen is gemoeid. Ook bedrijven die onderzoekers in dienst nemen worden begunstigd. Dat gebeurt door een verruiming van de daarvoor bestemde belastingaftrek met 100 miljoen euro.
Verder is er 90 miljoen beschikbaar voor bedrijven die samen met andere partners onderzoek willen doen. Eind dit jaar moet er duidelijkheid komen over het naar Nederland halen van buitenlandse arbeidskrachten om hier de tekorten aan technisch en onderzoekspersoneel weg te werken.
Juist woensdag kwam MKB-Nederland met forse kritiek op het Nederlandse innovatiebeleid. Dat is te afwachtend, staat te ver van de markt af en leidt tot het mislopen van kansen. De ondernemersorganisatie wijst erop dat van de 700 miljoen euro die het kabinet wil uittrekken voor onderzoek en innovatie, slechts 50 miljoen euro wordt bestemd voor steun aan bedrijven om te investeren in kennisontwikkeling. Dat is volgens MKB-Nederland spijtig, omdat vooral kleine bedrijven problemen hebben met het aantrekken van geld voor onderzoek en de toepassing van nieuwe ideeën.