Seculier scheppingsverhaal
Op het eerste gezicht lijkt het een raadsel waarom prof. Ed van den Heuvel zijn boek ”Oerknal” heeft genoemd: in de eerste helft gaat hij in op de resultaten van astronomisch onderzoek.
Pas halverwege komt de evolutie van het heelal nadrukkelijk om de hoek kijken. Dat wil niet zeggen dat de seculiere visie op het ontstaan van het heelal dan pas aan de orde komt. Die is al vanaf de eerste pagina present.
De evolutie van het heelal begin met de oerknal. Wat er aan de wieg van de oerknal heeft gestaan, is nog altijd voer voor wetenschappelijke speculatie. Was er niets, een singulariteit of een oeratoom? Niemand die het weet.
Een ander raadsel is het ontstaan van de maan. Deze zou 4,5 miljard jaar geleden zijn ontstaan na een botsing van de aarde met een planeet ter grootte van Mars. Bij de inslag zou deze in stukken zijn gebarsten. Sommige brokken klonterden samen tot maan en een ander deel versmolt met de aardkern.
Onlangs publiceerden geofysici van de universiteit van Chicago in het tijdschrift Nature Geoscience echter nieuwe metingen: maangesteente zou vrijwel dezelfde samenstelling hebben als aards mantelgesteente. Er is dus helemaal geen andere planeet betrokken bij de vorming van de maan. Hoe die dan wel is ontstaan, weten de onderzoekers ook niet.
Van den Heuvel heeft een vlotte pen. Soms komt hij echter wat al te zeker uit de hoek wanneer het gaat om seculiere speculaties. Dat de Bijbel over de oorsprongsvraag niet misverstaan kan worden, is voor de huidige seculiere wetenschap overduidelijk een blinde vlek.
Boekgegevens
”Oerknal. Oorsprong van de eenheid van het heelal”, Ed van den Heuvel; uitg. Veen Magazines, Diemen, 2012; ISBN 978 90 857 1402 6; 258 blz.; € 42,50.