Commentaar: Deuk in vertrouwen in artsen
Eigenlijk is het onbegrijpelijk. Sporters die zich misdragen, komen wereldwijd niet meer aan de bak. Artsen die op grove wijze de fout ingaan, kunnen in een buurland gewoon weer aan de slag. Hoe is het mogelijk? Ondanks Europese en internationale samenwerking is men er nog steeds niet in geslaagd een register te openen waarin medische beunhazen zijn opgenomen.
Natuurlijk, nu het kalf verdronken is, roept plotseling iedereen dat er inderdaad een zwarte lijst van onbekwame artsen en aanrommelende specialisten moet komen. Dat zou ook eens niet. Maar het is wel erg goedkoop. Dat had al veel eerder moeten gebeuren.
Jarenlang was de reputatie van de neuroloog Ernst Jansen Steur erg goed. Hij gold als zeer deskundig op gebied van ziekten als alzheimer en parkinson. Bovendien was hij een man die hart had voor patiënten. Altijd stond hij voor hen klaar; ze konden hem bellen – al was het midden in de nacht. Kortom, een dokter die elke zieke zich wenst.
Als gevolg van verslaving en de daarmee samenhangende medicijnverduistering kreeg hij problemen. Na ontslag en een ontwenningskuur ging hij opnieuw aan het werk, net als nu over de landsgrenzen. Na verloop van tijd kon hij in dienst komen bij het Medisch Spectrum Twente. Daar vestigde hij zijn naam als ”blunderende specialist”. Hij stelde verkeerde diagnoses en voerde onnodige operaties uit.
Uiteindelijk leidde dat tot zijn vertrek bij het ziekenhuis in Enschede. Op grond van verschillende aanklachten werd een justitionele procedure tegen hem gestart. In overleg met het ziekenhuis in Twente liet hij zich uitschrijven uit het Nederlandse BIG-register, waarin de bevoegdheden van zorgverleners worden geregistreerd.
Jansen Steur was dus uitgepraat als medisch specialist. Dat wil zeggen: in Nederland. Maar met een grenzeloze onbeschaamdheid zocht en vond hij een nieuwe werkgever in Duitsland. Vorige week werd ontdekt dat hij weer werkte als neuroloog in een kliniek in Heilbron. Behalve dat de Europese Unie boter op haar hoofd heeft, zijn er, naast Jansen Steur zelf, twee instanties die zich danig achter de oren moeten krabben. Dat is de leiding van de kliniek in Heilbron. Die heeft kennelijk geen informatie in Nederland ingewonnen. Terwijl het voor de hand ligt dat je als directie even de antecedenten van een onbekende arts op leeftijd –Jansen Steur is 67 jaar– natrekt voordat je de patiënten aan zijn zorgen toevertrouwt.
Tweede instantie die het boetekleed niet zou misstaan, is de Nederlandse Inspectie voor de Gezondheidszorg, die met Jansen in 2003 heeft afgesproken dat ze geen tuchtzaak zou beginnen als hij zich uit het BIG-register liet schrappen. Daarmee heeft de inspectie zich er wel heel gemakkelijk van afgemaakt.
Kwesties als die van Jansen Steur komen gelukkig maar weinig voor. Toch is elk geval er een te veel. Wanneer patiënten zich moeten gaan afvragen of ze hun arts wel kunnen vertrouwen, is hun genezing moeizaam geworden. Vertrouwen in de dokter is het fundament van een succesvolle behandeling. Die basis wordt wel door de zaak-Jansen Steur aangetast.