Deze conclusie trekt het Food Service Instituut Nederland (FSIN) op basis van de analyse van marktgegevens op de vakbeurs Horecava die maandag in de Amsterdamse RAI is begonnen.

Nederlanders gaven vorig jaar in totaal 43 miljoen euro (0,1 procent) meer uit aan eten en drinken. Dat is vooral te danken aan de consumptie thuis, die steeg met 242 miljoen. „Vooral dankzij de supermarkten. Hun omzet steeg met 511 miljoen euro, ofwel 1,8 procent. Speciaalzaken zagen hun verkoopcijfers echter dalen met 179 miljoen.”

Buiten de deur werd wel minder geld besteed aan eten (-1,1 procent), maar dat was minder dan gevreesd. Over de hele linie, inclusief horeca, bedroeg de daling 199 miljoen euro. De totale consumentenuitgaven daalden met 2,1 miljard (-0,9 procent).

De dalingen van de ‘buitenhuisconsumptie’ zijn vooral te wijten aan het extreem lage consumentenvertrouwen waardoor die de hand op de knip houden, stelt FSIN. Dit betekent dat ze ook minder vaak buiten de deur eten. Toch is het percentage consumenten dat ook dit jaar minder wil uitgeven aan eten buiten de deur, gezakt van 63 procent naar 57 procent. Op duurzame artikelen zoals meubels, tv’s en auto’s wordt meer bezuinigd.

De consument ziet buitenhuis eten kennelijk wel als iets dat bij de gewenste manier van leven hoort, concludeert FSIN. Daar profiteren vooral ondernemers van met een aantrekkelijk prijs-kwaliteitsaanbod. De klassieke horecaondernemers (met een relatief duur aanbod) lijden het meest, aldus het onderzoek.