Meer zelfonderzoek goed voor geestelijk leven gereformeerde gezindte
Meer aandacht voor zelfonderzoek zou de gereformeerde gezindte geestelijk zeer ten goede komen, meent Pierre J. Beaujon.
Het lijkt alsof de prediking de mensen in de gereformeerde gezindte niet zo veel meer doet. Tenminste, dat is wat ik zelf waarneem. Ik merk het bijvoorbeeld bij de studenten aan wie ik lesgeef. Om een voorbeeld te geven: als je iets probeert uit te leggen conform de Bijbelse leer, ervaar je stevige tegenwerking. De jongelui ervaren dat als uit de tijd. Alsof het Woord van God achterhaald is.
Daarom houdt de vraag naar het waarom mij al lange tijd bezig. Waarom heeft de prediking op zondag zo weinig invloed op hoe jongeren en ouderen zich gedragen? We kunnen het dan gaan hebben over de invloed van de welvaart op ons geestelijk welzijn. Of over de technische ontwikkelingen in de samenleving. Of over de gevolgen van de verlichting. Maar toen ik onlangs een onderdeel over zelfonderzoek las, in het boek ”Rejoice… Always!” van John Gwyn-Thomas (uitg. Banner of Truth), drong het zich aan mij op: zou het kunnen dat er in de gereformeerde gezindte veel te weinig aandacht is voor zelfonderzoek?
Vanuit Filippensen 1:21 –„Want het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin”– trekt Gwyn-Thomas onder andere de conclusie dat Paulus hier ertoe oproept om over het inhoud van het christelijk leven na te denken, of anders gezegd, zelfonderzoek te plegen. Paulus zegt als het ware: „Als u wilt zien wat de Heere Jezus in het leven van een mens kan doen, zie het in mij!” Paulus, die zichzelf heeft leren kennen als de voornaamste onder de zondaren (1 Tim. 1:15).
Zelfonderzoek vormt een vitaal onderdeel van het christelijke leven. De apostel Paulus roept in 2 Korinthe 13:5 ertoe op onszelf te onderzoeken of wij in het geloof zijn en onszelf te beproeven. Graag geef ik daarom vijf redenen waarom zelfonderzoek zo belangrijk is.
Bewustwording
Ten eerste is zelfonderzoek de weg om bekend te raken met onszelf. Ik bedoel dit bepaald niet psychologiserend. Het is onvoldoende om alleen op zondag naar de kerk te gaan en naar de prediking te luisteren. We moeten ook de tijd nemen om het gehoorde als een spiegel aan onszelf voor te houden en de boodschap in ons dagelijks leven toe te passen.
Ten tweede is zelfonderzoek, menselijkerwijs gesproken, het enige middel waardoor een zondaar zich ervan bewust wordt dat hij ook echt een zondaar is. Alleen door zelfonderzoek begin je in te zien wat de kracht van de zonde in je leven is en wat de boze verlangens van je hart zijn. Dan pas ga je begrijpen waarop je verlangens werkelijk gericht zijn, en hoe ze tegen de wil van de Heere ingaan.
Ten derde is zelfonderzoek de weg waarlangs we voorbereid worden om ons van ons zondige bestaan af te keren en een innerlijke liefde te ontwikkelen om heilig te leven en daarin te groeien. Dan pas gaat het gebed voor ons leven: „Heere, ik wil liefhebben alle dingen die tot U behoren en afstand nemen van de dingen die U verdrietig over mij maken.” Totdat we onszelf op die manier zullen gaan onderzoeken, zal de prediking van Gods Woord alleen even door ons hoofd flitsen om daarna weer uit te doven, zonder iets nuttigs uit te werken in ons leven.
Ten vierde kunnen we alleen door zelfonderzoek zien of ons leven daadwerkelijk verandert. We gaan dan inzien dat er iets in ons is dat ons steeds weer op de knieën voor Gods aangezicht brengt, hoe sterk de innerlijke weerstand daartegen soms ook kan zijn. Een ware christen krijgt daardoor de zekerheid dat de Heere zijn leven veranderd heeft. „Geliefden, indien ons hart ons niet veroordeelt, zo hebben wij vrijmoedigheid tot God” (1 Joh. 3:21).
Ten slotte is er het grote belang van zelfdiscipline. Zelfonderzoek en zelfbeheersing gaan hand in hand, wat innerlijke rust tot gevolg heeft. Het woord ”discipline” is nauw verwant aan ”discipel”. Een discipel van de Heere Jezus hoort innerlijke rust en vrede uit te stralen. Het is pas door deze innerlijke vrede dat we de apostel Paulus kunnen nazeggen: „Het leven is mij Christus”, ongeacht de omstandigheden.
Er zou veel meer hierover te zeggen zijn. Maar als reformatorische christenen hebben we een gedoopt voorhoofd. Dus behoren we als Gods volk onze gedachten te disciplineren. Hoe sterker onze gedachten gedisciplineerd zijn, des te meer zal de vrede Gods ons hart en onze ziel vervullen. Want als de Heere in ons zelfonderzoek meekomt, zal ons geloof daardoor ook gelouterd worden.
Dordtse Leerregels
Maar werp je zo de mens niet terug op zichzelf? Beslist niet, want de apostel Paulus zegt het zelf: „Maar ik bedwing mijn lichaam en breng het tot dienstbaarheid, opdat ik niet enigszins, daar ik anderen gepredikt heb, zelf verwerpelijk worde” (1 Kor. 9:27). Zijn deze gedachten dan niet remonstrants? Ook niet, want de Heere Jezus Zelf roept ons op: „Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden” (Luk. 11:9). Ook de Dordtse Leerregels zijn hier helder in.
Maar kennen we ze wel, die Dordtse Leerregels? Misschien is het een uitdaging voor het nieuwe jaar om ons in de Dordtse Leerregels en andere goede geschriften te verdiepen en onszelf wekelijks te gaan onderzoeken. Opdat door de werking van de Heilige Geest ons leven veranderd mag worden. Zodat we in 2013 anderen heilig jaloers mogen maken om ook in deze onrustige tijd, waarin de Heere ons geplaatst heeft, de Zaligmaker nodig te krijgen.
De auteur is docent burgerschap en godsdienst aan het Hoornbeeck College in Amersfoort.